Deventer Triple/Dubbel/Bokbier
Terug naar: Het Overzicht van etiketten
Hanzestad Deventer en het beroemde ijsselfront zijn het onderwerp van deze Deventer Triple, Dubbel en Bokbier.
Natuurlijk is het IJsselfront ´het stadsgezicht´ dat men ziet als men Deventer vanuit het zuidwesten benadert. Als je met de trein uit Apeldoorn komt, zie je vanaf de spoorbrug dit front rechts liggen. Kom je via de de Wilhelminabrug naar het stadscentrum dan ligt het links. Beide bruggen vormen de grens van het mooie Deventer IJsselfront.
Ook de etiketten van Deventer Dubbel en Deventer Bokbier vertonen dit mooie ijsselfront…
Alledrie deze bieren worden gebrouwen in opdracht van Slijterij De Poort van Kleef (gevestigd aan de Boxbergerweg en de Rielerweg te Deventer), die deze bieren ook in geschenkverpakkingen aanbiedt in kombinatie met Deventer Koek, een wijn met een etiket waar ook het ijsselfront opstaat en/of een Deventer kruidenbitter.
“Het is puur toeval dat ik dit biertje gevonden heb”, vertelt Hans Peter Korendijk van De Poort van Kleef. “Op doorreis door België stopte ik nog niet zo heel lang geleden bij een dorpsrestaurantje in de buurt van Gent en at daar wat. Bij het eten dronk ik een speciaal biertje, dat me onmiddellijk opviel door zijn kwaliteit. Fruitig, kruidig, een tikje bitter, stevig maar niet te zwaar. De Sint Canarus Triple stond op het etiket. Ik heb nog nooit van dit biertje gehoord, zei ik tegen de ober. “Dat kan”, zei die man. “Dat kan niet”, zei ik “een brouwer die zo’n goed biertje op de markt brengt, daar moet ik toch zeker van gehoord hebben.” Die ober, een beetje een knorrepot, haalde zijn schouders op, maar wilde me wel vertellen waar de brouwer zat. Om een lang verhaal kort te maken, een uur later zat ik in Deinze bij Sint Canarus, een piepklein brouwerijtje, dat zijn bier vooral in de regio Gent verkoopt.”
Bron: Slijterij De Poort van Kleef
Brouwerij: Brouwerij Sint Canarus te Deinze (België)
Blikvanger van het ijsselfront is de Lebuïnuskerk en dan met name de toren, die in 2010 geheel werd gerestaureerd.
Over de rivier de IJssel, lag op deze plek van circa 1600 tot 1948 een schipbrug als schakel in het oost-westverkeer over de weg. Ze vormde een onderdeel van de route van West-Nederland naar Noord-Duitsland.
Deze brug bestond uit twee vaste landhoofden en een wegdek dat over een aantal schuitjes was gelegd met een uitvaarbaar gedeelte. Voor kleinere schepen was er een basculebrug in het vaste gedeelte aan de oostoever. De hoogte van het wegdek was binnen zekere grenzen aanpasbaar aan de waterstand in de IJssel, maar stremmingen vanwege hoogwater kwamen met enige regelmaat voor. Ook bij ijsgang moest de brug aan de kant gehaald worden omdat ze anders de kans liep te worden verbrijzeld.
Omdat de voormalige Hanzestad Deventer inmiddels veel minder belangrijk was dan in de middeleeuwen had ze tot in de twintigste eeuw aan de schipbrug genoeg. Pas het opgang komen van het gemotoriseerde wegverkeer maakte dat de behoefte aan een nieuwe vaste oeververbinding steeds sterker werd gevoeld. Ook het drukkere verkeer op de rivier met almaar groter wordende boten was een reden om te pleiten voor een vaste brug. Bij onderzoek in 1927 bleek dat de brug overdag gemiddeld 3 uur en 25 minuten open was voor de scheepvaart. Het duurde echter nog tot 1939 voor met de bouw van een vaste rivieroverspanning werd begonnen. De bouw van de boogbrug werd na mei 1940 gedurende de Tweede Wereldoorlog op last van de Duitse bezetters voortgezet en in 1943 kon de brug worden geopend. De schipbrug had afgedaan zo leek het. Nadat echter Duitse troepen in de laatste weken van de oorlog, net voor de komst van de Canadese bevrijders, de vaste brug wisten op te blazen moest noodgedwongen de schipbrug in ere worden hersteld. Ze heeft nog tot 1948 dienst gedaan, toen was de boogbrug herbouwd. Het beweegbare gedeelte van de scheepjesbrug werd een dag na de feestelijke ingebruikname van de nieuwe Wilhelminabrug voor de laatste maal ‘uitgedraaid’, en nu definitief.