Pannepot
Terug naar: Het Overzicht van etiketten
Op dit etiket staat steeds een zeilschip afgebeeld en ook de naam “Pannepot” intrigeert. Waarom die naam en waarom dat zeilschip?
Voor dit verhaal gaan we naar het Belgische kustplaatsje “De Panne”
De Panne
De Panne ten opzichte van de andere Belgische kustplaatsen…
De Panne is een badplaats en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. De gemeente telt iets meer dan 10.000 inwoners. De Panne is de meest westelijke plaats van België en de meest zuidelijke badplaats aan de Belgische Kust.
Geschiedenis
De naam is afkomstig van het woord duinpan. Een pan of panne is een komvormige diepte in de duinen. In het gebied van Adinkerke was al bewoning aanwezig in de 5e eeuw v.Chr. en ook in de Romeinse en Frankische tijd woonden er mensen die aan landbouw, veeteelt en visserij deden. De naam van het dorp Adinkerke vindt men vanaf de 12e eeuw terug.
De Panne ontstond echter pas rond 1782, tijdens Oostenrijks bewind. Keizer Jozef II wilde de kustvisserij stimuleren, hierdoor werd door vooraanstaande burgers uit Veurne een nederzetting opgericht dat men Sint-Jozefsdorp noemde, later Kerckepanne. Het was gelegen tussen de duinen en de zee. Het kleine gehuchtje werd in 1789 een parochie van Adinkerke en werd administratief in 1799 bij de gemeente Adinkerke gevoegd. In de duinen van dit gehucht zette Leopold I, de eerste Koning der Belgen voet op Belgische bodem.
Rond 1830 erfde grootgrondbezitter Pieter Bortier ongeveer 650 ha duingrond in De Panne. Hij opende er in 1831 het eerste primitieve “Pavillon des Bains”, een ontmoetingsplaats voor Engelse en Veurnse beau monde. Jaren later bouwde hij er een eigen zomervilla. Hij leverde grote inspanningen om het kleine, wat verarmde, vissersdorpje te verbeteren. De Panne had dan wel geen haven, maar had rond 1900 toch de op een na grootste vissersvloot van de Vlaamse Kust, na Oostende. Wegens het ontbreken van een haven moesten de boten met platte bodem, de “panneschuiten“, telkens op het strand worden getrokken. In het begin van de 20e eeuw was er een project om een haven aan te leggen, maar dit kwam er uiteindelijk niet, en de vissers verdwenen geleidelijk uit De Panne.
Van een vissersdorp werd De Panne echter meer en meer een toeristische badplaats vanaf de tweede helft van de 19e eeuw.
De Panneschuit
panneschuit marie-bouwjaar-onbekend: Op het droge…
Er zijn eigenlijk drie verschillende types van panneschuiten. Het vaartuig evolueerde van een halfgedekt naar een gedekt en tenslotte naar een kottersgetuigd vaartuig. Het feit dat hun kiel zeer laag was en dat ze zo rond waren in de buik maakte het mogelijk de panneschuiten op het strand neer te zetten.
Het eerste type heeft een put met vooraan het roef. Dit roef vervult dezelfde functie als bij de Blankenbergse en de Heistse schuit.
Panneschuit derolez-1950 Panneschuit desnerck-1976
Overlangsdoorsnee van Panneschuit desnerck-1976… Dwarsdoorsnee van Panneschuit desnerck-1976…
De Pannepot
Panneschuiten met een put werden pannepotten genaamd.
Aanvankelijk was de Panneschuit een open vaartuig met een put in het midden, een roef tegen de boeg en een kleiner overdekt gedeelte tegen de spiegel aan dat men de hel noemde. Om het sleepnet aan boord te kunnen halen stond op de Panneschuit, achteraan in de put een windas die men “trullie” noemde. Dit was niets meer dan een houten rol die waterpas tussen twee staanders, door middel van twee krukken draaide en waar de kabel om werd gewonden.
Later werden de grote Panneschuiten van een doorlopend dek voorzien, terwijl de oude razeilen door gaffelzeilen vervangen werden.
De kleinere bootjes van de Westkust, garnaalvangers, droegen hun oude zeilen tot het eind van hun bestaan.
Het tweede type is volledig gedekt. Men bereikt nu het vooronder via de logieskap. Een groot luik geeft toegang tot het ruim. Het vaartuig werd gedekt omdat het werken met grotere boomkoren gevaarlijk werd bij de open vaartuigen. Het derde type tenslotte is kottersgetuigd. het is dus voorzien van boom en gaffel.
De grote mast was gestaagd en de spannen waren voorzien van wevelingen.
De arbeid was minstens even zwaar als op de grotere vissersvaartuigen. Bovendien was bij de Panneschuiten het aan wal brengen van de gevangen vis zwaar werk. Er was immers noch rede noch kade te De Panne om aan te leggen en om de vis te lossen. Alles moest van op het strand gebeuren.
Moeders en dochters stonden op de uitkijk. Zodra het vaartuig in zicht kwam werd een stootkar naar het strand gereden. De bemanning loste het schip. Een platte korf (ongeveer zoals deze die gebruikt werd bij de druivenpluk) werd op de rug gebonden en aldus uitgerust waadden de mannen door het water. De schipper en de
scheepsjongen bleven aan boord. De matrozen waren de “uitdragers”. De vis werd van het schip in de korven overgegooid en met een lading van ongeveer veertig kilogram ging men naar het strand waar de vangst op de stootkar werd geladen. De mannen moesten meerdere keren heen en weer tot de volledige landing was gelost. Eénmaal de kar geladen was reed men naar de Veurnestraat waar de haring op het voetpad uitgegoten werd. De haringen werden er geteld (400 stuks was “één but”) en in manden te koop gesteld.
De vaartuigen bleven in zee dobberen in afwachting dat het ebbende water ze op het strand zou achterlaten.
Pannepot : Het bier
Pannepot is een reeks van Belgische bieren van hoge gisting. De naam verwijst naar de vissersboten van De Panne, begin jaren 1900 en naar de donkere ale die door de vissers gedronken werd.
Het bier wordt sinds 2005 gebrouwen in Brouwerij Deca te Woesten door De Struise Brouwers.
Varianten
- Pannepot (Old Fisherman’s Ale), bruin bier met een alcoholpercentage van 10%. Het originele bier.
- Pannepeut (Old Monk’s Ale), bruin bier met een alcoholpercentage van 10%. Een variant van het recept van Pannepot, als eerbetoon aan het Deense publiek dat het bier internationaal heeft gelanceerd.
- Pannepot Reserva, bruin bier met een alcoholpercentage van 10%. Pannepot die 14 maanden is gelagerd op wijnvaten.
- Pannepot Reserva Vintage 2005, bruin bier met een alcoholpercentage van 10%. Pannepot die eerst 14 maanden is gelagerd op wijnvaten en daarna 8 maanden op Calvadosvaten. Eenmalig op de markt gebracht in 2007.
- Pannepot Special Reserve, bruin bier met een alcoholpercentage van 10%. Pannepot die 3 jaar is gelagerd op portvaten.
- Pannepot Wild, bruin bier met een alcoholpercentage van 10%. Pannepot die een wilde gisting heeft gekregen (2 jaar) op rodewijnvaten (Saint-Emilion).