Seefbier
Terug naar: Het Overzicht van etiketten
Waar komt de naam Seef vandaan, wat betekent het en waarom deze wat retro aandoende afbeelding van een drinkende man?
Oorsprong van het woord
Het woord seef zou afgeleid zijn van het Latijnse woord sapa. In het Frans wordt dat sève. Een plantensap dat levenskracht en veerkracht verwekt. Seef is dus een “voedende” drank getrokken uit wortels en stengels van verschillende planten. Afgeleid van dit Franse woord, betekende het woord seve gewestelijk “aroma, smaak, geur.” Het was een lichtkleurig, zoet, troebel en sterk schuimend bier.
De brouwerij Saveniers & Van Riel (1915-1932) in Wijnegem brouwde diverse bieren (Blond, Bock, Export, Flora, Munich, Tripel, maar ook tafelbier en Seef.) Om die reden zou men zich kunnen afvragen of de benaming Seef misschien uit de familienaam Saveniers afgeleid zou kunnen zijn. Vergelijkbaar in dit verband is brouwer J. H. Severans, die (volgens J. B. Stockmans) in 1827 vergunning kreeg voor een bierbrouwerij in het nabije Borgerhout.
Het is dus niet geheel duidelijk waar het woord vandaan komt.
Het bier
Seef of Seefbier is de naam van een in de 19e eeuw erg populair Antwerps bier. Het werd verkocht tot in de jaren dertig van de vorige eeuw. De Antwerpse Brouw Compagnie heeft het op 9 maart 2012 opnieuw op de markt gebracht; een troebel blond bier met een kruidige smaak. Het bier wordt in afwachting van de bouw van een eigen brouwerij in Antwerpen, gebrouwen bij Brouwerij Roman.
Geschiedenis
“In het begin van de twintigste eeuw leefde de Antwerpenaar in een rijkelijke stad. In het stadscentrum werden langs de boulevards luxueuze warenhuizen en brasseries opgetrokken. Toch hadden niet alle Antwerpenaren boodschap aan deze rijkdom. Sommigen woonden in vervallen wijken in de binnenstad: de zogenaamde faubourgs, of zoals Antwerpenaren het zeggen het faboert. Ook in de wijk Seefhoek waren de meeste bewoners voornamelijk arm. Seef was ook de naam van een licht, schuimend troebel bier dat in Antwerpen en de omliggende gemeenten door verscheidene brouwers gebrouwen werd. Het bier was dusdanig populair dat de wijknaam Seefhoek, een volkse wijk berucht om de vele cafés en danszalen, en waar bijgevolg veel Seef gedronken werd, er naar vernoemd zou zijn. Amand De Lattin beschrijft in “Sinjorenstad” (± 1915) het Antwerpen van de jaren 1880 tot 1900. Hij heeft het over “een populaire buitenherberg, in een stadsgedeelte dat zich pas begon te ontwikkelen, was de Seefhoek, genaamd bij Trien uit de Pothoek en vooral geroemd voor zijn seef.”
Deze herberg zou zich op de hoek van de Lange Beeldekensstraat en de Pesthofstraat hebben bevonden. Ook dokters en personeel van het Stuivenbergziekenhuis (gasthuis) kwamen er hun seefbier drinken.
Het Seefbier is in de jaren dertig van de 20e eeuw een stille dood gestorven door de opkomst van het uit Tsjechië afkomstige pilsbier.
Vanaf 9 maart 2012 wordt het bier weer verkocht. Het initiatief kwam van Johan van Dyck die de Antwerpse Brouw Compagnie had opgericht om verdwenen bieren nieuw leven in te blazen. Seefbier is het eerste bier dat de brouwerij op de markt brengt. Burgemeester Patrick Janssens was in het stadhuis degene die de eerste slok mocht nemen, en doopte het prompt tot tweede stadsbier van Antwerpen.
Seefhoek
De Seefhoek is een wijk in het noorden van Antwerpen, grofweg gelegen tussen de Turnhoutsebaan en Carnotstraat in het zuiden en het Park Spoor Noord in het noorden. Ten oosten ligt Borgerhout, ten westen Amandus-Atheneum. Administratief behoort de wijk tot Antwerpen-Noord en ze wordt ook vaak Stuivenberg genoemd.
In Antwerpen wordt er echter vaak over Seefhoek én Stuivenberg gesproken. Stuivenberg is dan eerder de buurt rond het Stuivenberg-ziekenhuis, en de Seefhoek de buurt die eromheen ligt, hoewel beiden in elkaar overvloeien en er geen duidelijke grens is.
Alternatief wordt de Seefhoek ook als verzamelnaam gebruikt voor de buurten Stuivenberg en Amandus.
De benaming “Seefhoek” komt van een herberg die op de hoek van de Lange Beeldekensstraat en de Pesthofstraat stond en waar het lokale Seefbier werd geschonken. De wijk ontstond tijdens de late industriële revolutie omstreeks 1860 als arbeiderswijk.
De wijk werd in heel Vlaanderen bekend toen het televisieprogramma Panorama in 1988 een uitzending maakte over het ontstaan van het Vlaams Blok, een partij die eerst groot werd in de Seefhoek. De reportage veroorzaakte vooral commotie door het taalgebruik waarmee migranten werden omschreven (“bananenfreters”, “bomenklimmers”, etc). Een stuk van de reportage is nog op YouTube te zien.
De Seefhoek was vroeger een volkse wijk en veranderde in de laatste decennia tot een buurt met meer dan 100 nationaliteiten (met 50% niet-Belgen), wat uiteraard het aanzien van de wijk totaal veranderde. Maar doorheen de hele geschiedenis was het steeds een armoedige wijk.
Trivia
Vincent van Gogh woonde van 24 november 1885 tot februari 1886 in een achterkamer aan de Lange Beeldekensstraat 194 (heden: nummer 224). Het huis draagt nu een opschrift om hieraan te herinneren.
Willy Vandersteen groeide op in de Seefhoek en dit bepaalde mee de verhalen die hij maakte voor Suske en Wiske, zowel in de decors waar de Seefhoek regelmatig in opdook als in de verhalen zelf. Zo luidde de kreet “Antigoon Vooruit!” in het album Het eiland Amoras in de oorspronkelijke versie “Seefhoek Vooruit“. In de wijk is er momenteel een Willy Vandersteenplein, tevens zette de stad een wandeling op getiteld “Seefhoek Vooruit!“.
Een andere bekende inwoner was voetballer en Gouden Schoen-winnaar Rik Coppens die lokaal commotie veroorzaakte door bij Beerschot te gaan voetballen, terwijl de Seefhoek traditioneel een buurt is waar men bij Antwerp ging spelen. Coppens stamde echter uit een familie van Beerschot supporters.
In 2007 schonk Panamarenko zijn ouderlijk huis en inboedel (Biekorfstraat 2), waar hij van 1970 tot 2003 werkte, aan het MuHKA
Bekende (ex-)bewoners van de Seefhoek
Vincent van Gogh
Willy Vandersteen
Bestanddelen
Rond de receptuur van Seefbier heeft altijd geheimzinnigheid bestaan. Zo noemt Hendrik Verlinden – de man die onder andere de bieren van de trappisten van Westmalle op punt stelde – in 1916 het Seefbier ‘het Bier van de Toekomst’. Tegelijkertijd geeft hij aan dat de receptuur geheim gehouden wordt: …”Over de bereidingswijzen van het Antwerpse Troebelbier of Seef is er bij mijn weten nergens iets te lezen; brouwers hebben er altijd een geheim van gemaakt, iets wat achterlijk en onzinnig is. Op zulke wijze kan een product niet verbeterd worden”. Wanneer de kleinere Antwerpse speciaalbierbrouwers uit Antwerpen verdwijnen onder druk van de opkomst van pils, de grote industriële brouwerijen en de beide wereldoorlogen, wordt de receptuur verloren gewaand.
Na een zoektocht van bijna drie jaar in familiearchieven, het stadsarchief, de heemkundige kringen en bij oude brouwersfamilies, vindt Johan Van Dyck – op dat moment directeur bij brouwerij Duvel Moortgat – de receptuur terug. Het document, dat dateert van eind 19e eeuw, bevat de details van het recept, beschreven naar de technieken uit die tijd. Met hulp van Dr. Ir. Filip Delvaux van biercentrum Delvaux, worden de eerste brouwsels gemaakt in een testbrouwerij van de KU Leuven.
Voor de gist wordt een beroep gedaan op de gistcollectie van Delvaux, die een uitgebreid archief oude Belgische brouwersgisten bevat. Seefbier is een bier van hoge gisting, met hergisting op fles. Het wordt gebrouwen uit een mengsel van 4 granen (Boekweit, haver, tarwe en gerst) en met Belgische hop uit Poperinge.
Helemaal klopt bovenstaande verhaal niet omdat Boekweit als cultuurgewas wel eens tot de granen gerekend wordt, maar dit is niet correct. Het is geen gras of zelfs geen eenzaadlobbige, maar behoort tot de duizendknoopfamilie. Boekweit is glutenvrij.
Historisch gezien bestond er Seef en dubbele Seef. Het eerste aftreksel van het brouwproces, dubbele Seef, rijk aan suikers en smaak-aroma’s, werd duurder verkocht dan Seef: het was voller van smaak en had een hoger alcoholpercentage (6-7 %). Na dit eerste aftreksel werd het brouwsel verder ‘uitgewassen’; een proces waarbij het ‘wort’ verder werd aangelengd met water. Het zo verkregen resultaat is lager in concentratie aan suikers en heeft een lichter, lager alcoholpercentage (2-3%). Waar dubbele Seef voor speciale gelegenheden gedronken werd, was Seef een meer alledaagse drank. Het Seefbier dat gebrouwen wordt door de Antwerpse Brouw Compagnie, is gebaseerd op de dubbele Seef, d.w.z. 6,5%.
In de literatuur
Van enkele Vlaamse schrijvers is bekend dat zij dit bier hebben gedronken. Domien Sleeckx vermeldt: “Een der gehuchten, welke wij op dergelijke wandelingen het liefst bezochten, was het Eksterlaar. (…) Men tapte er een wit bier, dubbelde seef geheeten, dat schuimde als Champagne, naar ’t hoofd liep als Porto, en tien cents den liter kostte.” En Lode Baekelmans schrijft: “in het naar huis gaan hadden zij een stoop seef leeggedronken, die fel schuimde en den neus prikkelde. Dat is de champagne der arme luizen, de champagne van de vijfde wijk”; “Willen wij naar de Pothoek seef gaan drinken en een stukske eten”.
In lied en gedicht
Het bier viel blijkbaar in de smaak, want het werd zowel door gelegenheidsdichters als door raspoëten bezongen:
” O goede seef, o heerlijk bier
De seef, de seef, het Leuvens en het garsten
Ziedaer, ziedaer, de wijn die ons verheugt!
De seef! De seef!
het Leuvens en het garsten!
Ziedaar! Ziedaar! De bronnen onzer vreugd! “
Een ander gelegenheidsgedicht, “Over ’t Seefbier”:
” Sinjoren en Sinjorinnen
Die het vermaak beminnen
Vermaak en lekker seef:
Nu kunt g’een kansken wagen
Met alle drij de dagen;
Een lekker potken vragen,
Een beentjen uitgeslagen,
Maar – gaat niet buiten de schreef . . .! “
Het etiket
Verder zien we behalve de naam ook een retro aandoende tekening/schildering van een drinkende man op het etiket. Dit is een bewuste keuze geweest van de huidige brouwer. In de tijd dat Seefbier in Antwerpen populair was (19e en de eerste 3 decennia van de 20e eeuw), waren dit type reclame-uitingen populair:
Uiteindelijk leidde de wens om tot een dergelijk design als die uit het einde van de 19e en begin van de 20e eeuw te komen tot dit etiket en reclamedesign: