Istanboel
In het voorjaar van 2001 trok “De Wandelgek” een week lang door Istanboel, langs de Bosporus en over de zee van Marmara naar de Aziatische stad Bursa.
In Istanboel werd De Wandelgek gespot in de stadsdelen Eminönü met de wijken Sültanahmet (waar hij ook overnachtte), het Topkapi Kwartier (Saray Burnu) en de Bazaar Wijk; en aan de andere kant van de Gouden Hoorn de wijken Galatasaray, Beyoglu en Taksim; en langs de Bosporus de wijken Besiktas en Ortaköy en tot slot aan de noordkant van de stadmuur.
Istanboel of Istanbul (Turks: İstanbul, uitspraak [isˈtɑnbul]?) is een stad in het Europese en Aziatische deel van Turkije en was de hoofdstad van het Ottomaanse Rijk. Daarvoor was ze onder de naam Constantinopel hoofdstad van het Byzantijnse Rijk. De stad is oorspronkelijk gesticht door Griekse kolonisten in 667 v.Chr. en werd door hen Byzantium (Byzantion) genoemd.
Met 13 miljoen inwoners is Istanboel de grootste stad van Turkije. De stad bestaat uit 27 districten, die tezamen de hoofdstad van de gelijknamige provincie vormen.
Naam
Voor de herkomst van de Turkse naam İstanbul worden verschillende verklaringen gegeven. Hij zou van het Griekse Κωνσταντινουπολις (Konstantinoupolis) zijn afgeleid. Een andere verklaring is dat het van het Griekse εἰς τὴν Πόλιν (Oudgrieks eis tèn polin; Middelgrieks is tin polin) (‘naar de stad’) is afgeleid; in het vroegere Byzantijnse Rijk werd de hoofdstad Constantinopel immers vaak aangeduid als “de Stad”. In het Latijn heette de stad Constantinopolis, in formeel Turks: قسطنطينيه (Konstantiniyye), in veel Slavische talen sprak men van Tsargrad. In de Vikingtijd werd Istanboel Miklagard (de grote stad) genoemd.
In Turkse folklore bestaat sinds jaren het populaire bijgeloof dat de naam Istanboel zou zijn afgeleid van İslam Bol (‘Veel islam’) of İslam Bul (‘Vind de islam’). Deze volksetymologische naamsverklaringen waren met name in trek tijdens de regeerperiode van sultan Mustafa III, toen men de naam İstanbul verving door İslambol in officiële documenten.
De naam wordt in het Turks uitgesproken met de klemtoon op de tweede lettergreep. In het Nederlands is de klemtoon op de eerste lettergreep veel gebruikelijker. Tot in de 20e eeuw luidde de Nederlandse variant van de in het Arabische schrift geschreven Turkse naam Stamboel. De naam Stamboel raakte in onbruik na de invoering van het Latijnse schrift in Turkije in 1928 onder invloed van de nieuwe Turkse spelling İstanbul. Hetzelfde verschijnsel deed zich ook in andere talen voor, zoals in het Engels en Frans waar de vorm Stamboul verdween.
Geschiedenis
Oudheid
Byzantium was een oorspronkelijk Griekse stad, gesticht door kolonisten uit Megara in 667 v.Chr.. Volgens de legende noemden zij de stad Byzantion naar hun koning Byzas. Byzantium is de gelatiniseerde versie van deze naam. Lange tijd was Byzantium een welvarende Griekse stadstaat totdat ze door de Macedoniërs werd veroverd. Toen Macedonië enkele eeuwen later werd verslagen door de Romeinen werd ze een belangrijke stad in het Romeinse Rijk.
De stad stelde zich aan de zijde van Pescennius Niger in diens strijd om de Romeinse keizerstroon, en werd van 193-195 belegerd door diens rivaal Septimius Severus. De stad werd ernstig beschadigd in deze belegering, maar Septimius Severus, nu keizer, herbouwde de stad en zij herwon snel haar vroegere welvaart.
Opkomst en val van Constantinopel
Keizer Constantijn de Grote, die de hoofdstad van het Romeinse Rijk naar het belangrijkere Oosten van het rijk wilde verplaatsen, werd door de geschikte locatie van de stad aangetrokken. Naar werd beweerd, werd de locatie voor de nieuwe hoofdstad van het Romeinse Rijk aangewezen in een profetische droom van Constantijn. Byzantium was inderdaad een zeer gunstige locatie: aan drie kanten omringd door water en dus relatief gemakkelijk te verdedigen, ze beheerste de strategische Bosporus en veel handelsroutes tussen Europa en Azië kwamen hier samen. De belangrijkste Romeinse rijksinstellingen, zoals o.a. administratie en belastingheffing, werden overgeplaatst naar Byzantium en door alle gerelateerde organisaties die meekwamen groeide de stad explosief. In 330 werd Byzantium officieel herdoopt als Nova Roma (Latijn voor ‘Nieuw Rome’), maar de stad werd al snel beter bekend onder de naam Konstantinoupolis (Grieks voor stad van Constantijn, in het Nederlands Constantinopel). Constantinopel werd de nieuwe hoofdstad van het Rijk, hoewel de vorige, Rome, een tijdje haar politieke en economische privileges behield maar wel geleidelijk in betekenis afnam nadat de politieke en economische elite naar Constantinopel verhuisd was.
Constantinopel was eerst 65 jaar lang de hoofdstad van het Romeinse Rijk en vanaf 395, bij de dood van Theodosius I, toen het westelijke deel van het Rijk definitief afgescheiden was, die van het oostelijke deel, dat later het Byzantijnse Rijk zou worden genoemd. Constantinopel werd voortdurend uitgebreid en verfraaid door de opeenvolgende keizers en vooral Justinianus heeft vele grootse bouwwerken opgericht. De stad was een van de grootste en schitterendste steden ter wereld gedurende de late oudheid en de vroege- en hoge middeleeuwen. Omstreeks 500 telde de stad ongeveer 500.000 inwoners, maar tijdens de verschrikkelijke Pest van Justinianus in 542 verloren circa 230.000 mensen het leven. Later trad er weer een herstel op, maar het is twijfelachtig of het aantal van 500.000 inwoners weer werd gehaald.
Maar ook met 300.000 inwoners, of iets meer, zou Constantinopel, door de Griekssprekende Byzantijnen ook wel I Polis (“De Stad”) genoemd, eeuwenlang de grootste stad van Europa zijn. Het culturele leven van het Byzantijnse Rijk was voor een zeer groot deel in de hoofdstad geconcentreerd. Talrijke merendeels rijke kloosters waren in de stad gevestigd en het hoofd van de oosterse kerk had er zijn zetel. De Griekse taal had sinds de 7de eeuw volledig de overhand gekregen op het Latijn, toen ook het hof het Grieks als officiële taal ging gebruiken. Een in ere gehouden Romeinse traditie waren nog de luxueuze badhuizen (thermen) waar men zich kon ontspannen. In Constantinopel was ook de zogenaamde Universiteit van Constantinopel gevestigd, in de 5de eeuw gesticht door Theodosius II, die waarschijnlijk voortbouwde op de oudere Atheense filosofenschool. Volgens sommige historici zou de bij deze universiteit behorende bibliotheek een groot deel van de Bibliotheek van Alexandrië hebben bewaard. De bevolking was vroom orthodox-christelijk, op het fanatieke af. Behalve om dogmatische geschillen konden de gemoederen ook hoog oplopen om de paardenraces in het grote Hippodroom van de stad, waar de fans van de “Groenen” en de “Blauwen” (twee concurrerende teams van wagenmenners die oorspronkelijk uit Rome afkomstig waren) vaak bloedig met elkaar op de vuist gingen.
In 1204 werd deze bloeiende stad echter ingenomen door de kruisvaarders van de vierde kruistocht en werd ze door hen grondig geplunderd. De meeste in eeuwen verzamelde schatten, waarvan vele nog uit het keizerlijke Rome afkomstig waren, werden naar West-Europa versleept, vernietigd of omgesmolten. De meeste kostbaarheden gingen naar Venetië waar ze heden nog te zien zijn. De Venetianen waren trouwens ook de initiatiefnemers voor deze plundertocht want ze wilden deze gelegenheid aangrijpen om de handelsconcurrentie van Constantinopel uit te schakelen. De Venetianen hadden aangeboden de kruisvaarders naar het Midden-Oosten te vervoeren met hun handelsvloot en Constantinopel als ‘tussenstop’ te gebruiken. Eenmaal ontscheept bij de stad wist de meegereisde Doge van Venetië de Europese ridders over te halen om de ‘ketterse’ Byzantijnen aan te vallen. Hoogstwaarschijnlijk was dit dan ook een vooropgezet voornemen geweest van de Venetianen. Over het hervatten van het oorspronkelijke doel van de kruistocht (de bevrijding van Jeruzalem van de moslims) werd niet meer gesproken. De stad bleef in Latijnse handen tot 1261 waarna de Grieken erin slaagden de stad weer te heroveren. Sinds de plundering was de stad flink verarmd en slaagde ze er ook niet meer in om de handelsroutes rond de Zwarte Zee te beheersen, waar vroeger haar grootste inkomsten vandaan kwamen. Hiermee begon het verval en er werd niet veel meer gebouwd en hele wijken raakten zelfs verlaten. De gebouwen werden als steengroeve gebruikt. Het gevolg van deze situatie was dat veel Byzantijnse intellectuelen en kunstenaars naar het steeds welvarender wordende Europa trokken (met name Italië). Ze maakten met hun kennis van de klassieke oudheid mede de renaissance mogelijk.
De stad viel op 29 mei 1453, wat tevens het einde van het Byzantijnse Rijk betekende. De stad werd ingenomen door de Ottomaanse sultan Mehmed II, een gebeurtenis die soms wel wordt beschouwd als het einde van de middeleeuwen. De val van Constantinopel bracht een vluchtelingenstroom van intellectuelen op gang naar West-Europa, vooral Italië. Deze wordt gezien als een belangrijke factor in de ontwikkeling van de renaissance.
Ottomaanse tijd
Sultan Mehmed II maakte de veroverde stad meteen tot hoofdstad van het Ottomaanse Rijk (de ligging bleef, ondanks het verval van de laatste eeuwen, zeer strategisch) en de stad leefde onmiddellijk op door het grootse bouwprogramma van de nieuwe heersers. De schitterende Hagia Sophia, de oude Byzantijnse kathedraal van de stad, werd verbouwd tot moskee. Ook verrezen er al snel nieuwe grootse moskeeën zoals de beroemde blauwe moskee. Tevens werden de vervallen Byzantijnse paleizen hersteld en verrees het nieuwe Topkapıpaleis wat de hoofdzetel van de Ottomaanse Sultans werd. Veel volk stroomde toe en de handel trok weer flink aan.
Tegen 1600 werd het ruim duizend jaar tevoren gehaalde bevolkingsmaximum van een half miljoen weer gehaald, en zelfs iets overschreden (ca. 600.000). Het was nu een in etnisch en religieus opzicht heel gemengde stad geworden. De meerderheid van de bevolking (ca. 60%) was moslim en sprak Turks, maar er was ook een grote Griekse bevolkingsgroep (ca. 25 %), die orthodox-christelijk was. Opmerkelijk genoeg hadden de Grieken nog steeds het grootste deel van de handel in handen. De resterende bevolking bestond grotendeels uit joden en Armeniërs. Het Ottomaanse Rijk breidde zich gestaag uit totdat het rond 1750 het Midden-Oosten omvatte, Noord-Afrika, de Balkan en het gebied rond de Zwarte Zee, wat opmerkelijk genoeg ongeveer hetzelfde gebied was dat het Byzantijnse rijk omvatte op zijn hoogtepunt in de 6de eeuw. Op het eind van de 18e eeuw en gedurende de 19e eeuw onderging het Rijk een proces van degeneratie en verval, o.a. Griekenland en Egypte wisten zich zelfstandig te maken, en bleef het alleen overeind doordat de Europese machten het elkaar niet gunden om de definitieve genadeslag te geven aan de ‘zieke man van Europa’.
Turkse tijd
De uiteindelijke val van het Ottomaanse Rijk was een dramatische affaire. Het Rijk behoorde tot de verliezers van de Eerste Wereldoorlog en verloor al zijn “buitengewesten” (Syrië, Palestina, Irak en dergelijke). Bovendien was het land terechtgekomen in een oorlog met de Grieken. Toen deze laatsten in 1922 verslagen werden, kreeg de Griekse minderheid in Turkije het zwaar te verduren. In 1923, toen het moderne Turkije werd gesticht, werd de hoofdstad verplaatst naar Ankara. In 1923 en 1924 kwam het tot een grootscheepse bevolkingsuitwisseling tussen Turkije en Griekenland waarbij de meeste Grieken (en o.a. ook Armeniërs) gedwongen Istanboel verlieten. Constantinopel begon toen zijn kosmopolitische, multiculturele karakter te verliezen. In 1930 werd de naam officieel gewijzigd in Istanboel.
In 1950 had de stad iets meer dan 1.000.000 inwoners. Door de immigratie van veel boerengezinnen uit het platteland van Anatolië is de stad sindsdien enorm gegroeid. Istanbul telt nu ruim 12 miljoen inwoners (18,9 miljoen inclusief alle districten) en is een drukke Turkse stad geworden.
Geografie
Districten
De Gouden Hoorn en de Bosporus splitsen de stad in feite in drie delen, twee op het Europese continent en één op het Aziatische. Van de twee Europese delen bevat de westelijke helft de oude stad (Constantinopel). Deze is onderverdeeld in de districten Fatih en Eminönü. Verder ten westen en ten noorden hiervan bevinden zich de districten Eyüp, Bayrampaşa, Gaziosmanpaşa, Esenler, Bağcılar, Güngören, Zeytinburnu, Bahçelievler, Bakırköy, Avcılar en Küçükçekmece.
Het gedeelte van de stad oostelijk van de Gouden Hoorn was waar in de Osmaanse tijd de door Venetiaanse handelaren bewoonde wijk Galata lag. Dit is tegenwoordig ingedeeld in het district Beyoğlu. Verder ten noorden en oosten hiervan liggen de districten Şişli, Kağıthane, Sarıyer en Beşiktaş.
In het Aziatische deel van de stad, ten slotte, bevinden zich de districten Üsküdar, Kadıköy, Beykoz, Ümraniye, Maltepe, Kartal, Pendik, Sultanbeyli en Tuzla.
Adalar is een apart district dat de Prinseneilanden bevat.
Cultuur
In 2010 was Istanboel één van de drie Culturele hoofdsteden van Europa.
Religie
Istanboel is een belangrijke stad in het Christendom en de Islam. Het is tevens de standplaats van de Orthodoxe Patriarch. Onder Byzantijns bestuur waren andere godsdiensten dan de Grieks-Orthodoxe verboden, zo ook de Armeens-apostolische Kerk en het Jodendom. Dit veranderde nadat de stad was ingenomen door achtereenvolgens de katholieke kruisvaarders en de islamitische Turken. Als metropool in Ottomaanse tijden kende de stad een bloei in haar Christelijke, Islamitische en Joodse gemeenschap. Dit is sinds de 20e eeuw enigszins veranderd. Bevolkingsuitwisselingen met Griekenland en het vertrek van Joodse inwoners naar Israël, alsmede de komst van grote groepen Turken en Koerden naar de stad, leidde tot een meer religieus homogene stad. In de tweede helft van de vorige eeuw was tevens sprake van een secularisatie van de Turkse samenleving, met name in westerse steden zoals Istanboel. De religiositeit verschilt enorm per wijk, aangenomen wordt dat de meest orthodoxe de wijk Fatih is, waar gezichtsbedekkende kleding niet uitzonderlijk is. Over het algemeen is dit echter een uitzondering in Turkije en al helemaal in Istanboel, Arabische toeristen daargelaten.
Bezienswaardigheden
- Enkele tientallen kerkgebouwen, waaronder de Haghia Sofia, de Hagia Irene, de Pammakaristoskerk en de Chorakerk, thans musea, en actieve kerken zoals de Sint-Antoniuskathedraal
- Enkele tientallen synagogen, waaronder de Neve Shalom-synagoge en de Asjkenazi-synagoge
- Honderden moskeeën waarvan de beroemdste: de Süleymaniye-moskee, Sultan Ahmetmoskee, Sokollu Pasamoskee, Eyüp Sultan-moskee, Nieuwe Moskee, Fatih-moskee.
- Het Topkapıpaleis, dat tegenwoordig ook enkele musea huisvest.
- Het Dolmabahçepaleis, dat de 19e-eeuwse sultans van de westerse faciliteiten moest voorzien.
- De Grote Bazaar van Istanbul, een van de eerste en grootste overdekte winkelcentra in de wereld.
- De Kruidenbazaar naast de Nieuwe Moskee en de dierenmarkt; in de nabijheid van de Galatabrug.
- De Galatatoren bied uitzicht over het oude gedeelte van de stad.
- De Caferağa Madrassa, een voormalige school naast de Hagia Sophia, nu een cultureel-toeristisch centrum voor handnijverheid.
- De Muren van Constantinopel en naastgelegen Sulukule, de oudste zigeunerbuurt van Europa.
- De Gouden Poort, het fort bij de oude stadspoort.
- Het Kasteel van Roemelië, een fort aan de Bosporus dat werd gebouwd door de Turken vlak voor de inname van de stad
- Het ruïnes van het Boukoleon Paleis, het oude keizerlijke paleis van de Byzantijnen.
- Het Hippodroom van Constantinopel, een park in de vorm van het oude hippodroom met enkele gedenkpilaren.
- Het Aquaduct van Valens dat dwars over de Ataturk Avenue loopt
- İstiklal Caddesi, de belangrijkste winkel- en uitgaansstraat in het Europese Istanbul.
- Kız Kulesi, De maagdentoren op een eiland in de Bosporus.
- Ortaköy, Beşiktaş en Kadıköy. Deze oude dorpskernen zijn minder druk en toeristisch. Echter kan men juist hier nog bijzonder veel bouwwerken zoals moskeeën en kerken uit de 19e eeuw vinden, waaronder de barokke Ortaköy-moskee
- Twee bruggen verbinden de Europese en Aziatische delen van de stad: de Bosporusbrug en de Fatih Sultan Mehmetbrug, genoemd naar Mehmet de Veroveraar.
- Over de Bosporus kan men een boottocht maken.
- De Tünel, de eerste ondergrondse spoorweg op het Europese continent.
- De Prinseneilanden, negen autoloze eilanden in de Zee van Marmara, waarvan er 4 bezocht kunnen worden per boot. Op de eilanden zijn veel traditionele houten Turkse huizen te bezichtigen.
- De Basilica Cisterne, de Cisterne van Philoxenos en de Cisterne van Theodosius, enkele Byzantijnse ondergrondse wateropslagplaatsen.
- Taksim Meydanı, een groot centraal plein aan het hoge eind van de İstiklal Caddesi, met onder andere een standbeeld voor Ataturk en de republiek.