Wandeling 1: Eupen – Limbourg – Verviers (La Bouquette) (18,5km)
EUPEN
Eupen (Frans, verouderd: Néau) is een stad en faciliteitengemeente in Oost-België, in het oosten van de provincie Luik (arrondissement Verviers), nabij de Duitse grens. De stad telt ruim 19.000 inwoners. Het is een Duitstalige stad en is de hoofdstad van de Duitstalige Gemeenschap. Op oude Franstalige militaire kaarten werd de plaats ook wel Néau genoemd.
Eupen bestaat uit een boven- en een benedenstad. De benedenstad ligt aan de Vesder. Het station van Eupen ligt in de bovenstad en is het eindpunt van een intercityverbinding met Oostende, via onder meer Brussel.
In 1977 werd Kettenis bij Eupen gevoegd. In 2005 fuseerden twee pedagogische instituten en een verpleegstersschool tot de Autonome Hochschule in der deutschsprachigen Gemeinschaft, de enige openbare Duitstalige hogeschool in België. De hogeschool biedt bacheloropleidingen tot kleuteronderwijzer, onderwijzer en verpleegkundige.
Geschiedenis
Tot de opheffing van het Hertogdom Limburg hoorde Eupen tot de Limburgse hoogbank Baelen. Net als de rest van het hertogdom werd Eupen bij de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door de Franse Republiek in 1795 opgenomen in het toen gevormde departement Ourte.
Limbourg
Limburg (Frans: Limbourg) is een stad aan de Vesder in de provincie Luik in België. De stad telt ruim 5500 inwoners.
De stad Limburg bestaat uit twee delen: beneden aan de rivier de Vesder ligt Dolhain (in het Nederlands Dalhem, maar niet te verwarren met het Franstalige Dalhem, dat in het Nederlands ‘s-Gravendal heet, even verderop richting Wezet), het industriële en commerciële centrum met zijn aan de spoorlijn Luik-Aken gelegen station Dolhain-Gileppe; op de rots hoog daarboven ligt de voormalige vesting Limburg.
Naam
De naam zou afgeleid zijn van ‘lint’ (draak, lintworm) en ‘burg’ (burcht). De hedendaagse provincies Belgisch-Limburg en Nederlands-Limburg zijn onrechtstreeks vernoemd naar deze stad.
Geschiedenis
Limburg was de hoofdstad van het Hertogdom Limburg dat omstreeks het jaar 1000 werd gesticht. De stad had de reputatie onneembaar te zijn en was daardoor van groot strategisch belang.
Toen de hertogen geen erfopvolgers meer hadden, werd het bezit bevochten in de slag bij Woeringen in 1288, tussen het hertogdom Brabant enerzijds, en het graafschap Luxemburg, het hertogdom Gelre en het Keur-Keulen anderzijds (Limburgse Successieoorlog). Hertog Jan I van Brabant was overwinnaar.
Limburg kwam bij het Hertogdom Bourgondië in 1404; werd Spaans onder Karel V; werd vervolgens Hollands; en opnieuw Spaans na het verdrag van Munster (1648). De stad werd in 1675 bezet door de Fransen. Zonnekoning Lodewijk XIV liet de burcht en de fortificaties afbreken voor het drie jaar later weer aan de Spanjaarden toekwam. Nadat het opnieuw Frans bezit was geworden, moest het in 1703 tijdens de Spaanse Successieoorlog de aanvallen doorstaan van Engelse, Oostenrijkse en Hollandse legers, aangevoerd door de hertog van Marlborough. Na de vrede van Utrecht in 1715 werd Limburg Oostenrijks, alvorens in 1795, na de Franse Revolutie, opgenomen te worden in het departement Ourte. Na de nederlaag van Napoleon Bonaparte kwam het in 1815 bij het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, en ten slotte werd het in 1830 deel van de Belgische provincie Luik.
Bij een brand in 1834 verdween een groot aantal gebouwen. De gebouwen die er nu nog staan – 12 daarvan en de bestrating van het centrale plein zijn beschermd als monument – dateren uit de 17e, 18e en 19e eeuw. De gotische kerk stamt uit de 15e eeuw. De laatste 200 jaar is er nauwelijks iets veranderd aan het stadsbeeld, de pittoreske straatjes en het plein, bedekt met keien uit de Vesder. Merkwaardig is ook een 300-jarige lindeboom. Het stadje in zijn geheel is door het Waals Gewest erkend als ‘patrimoine majeur’ (uitzonderlijk cultureel erfgoed).