2. Lhasa
In 1999 is De Wandelgek 7 dagen lang in Lhasa gespot, aantonende dat hij het ook in dit uitermate hoge habitat prima uithoudt. Lhasa is de hoogstgelegen stad ter wereld en ligt op een hoogte van 3650 meter.
Lhasa is de traditionele hoofdstad van Tibet en sinds 1964 de hoofdstad van de in dat jaar gevormde Tibetaanse Autonome Regio in de Volksrepubliek China.
Voorheen was het de hoofdstad van de regio U en daarna van U-Tsang, ook wel Centraal-Tibet genoemd. Van de 7e tot en met 9e eeuw was het de hoofdstad van het Tibetaanse Rijk van de Yarlung-dynastie.
De stad is de traditionele zetel van de dalai lama met de paleizen Potala en Norbulingka. De stad wordt in het Tibetaans boeddhisme gezien als het heiligste centrum van Tibet.
In de stad wonen ongeveer 1,1 miljoen mensen (censusschatting van 2009). Met een hoogte van ongeveer 3.650 m is de stad een van de hoogst gelegen steden van de wereld. Tibet, het land er omheen, wordt dan ook wel het dak van de wereld genoemd.
Lhasa betekent letterlijk “plek van de goden”. Oude Tibetaanse documenten en inscripties spreken echter tot vroeg in de 7e eeuw van Rasa, wat “binnenhofplek” of “geitenplek” betekent.
De stad ligt op een hoogte van 3650 meter. Sinds 1985 bevindt zich de Tibet-universiteit in Lhasa.
Op ongeveer 45 km ten zuidzuidwesten van Lhasa ligt de luchthaven Lhasa Gonggar, met voornamelijk binnenlandse bestemmingen en een verbinding met Nepal. Sinds 1 juli 2006 is Lhasa het eindstation van de Peking-Lhasa-spoorlijn. Er leiden verschillende wegen naar Lhasa vanuit Chengdu in Sichuan, Xining in Qinghai en vanuit Nepal.
Geschiedenis
De stichter van Lhasa, Koning Songtsen Gampo / Lhasa’s beroemdste en heiligste gebouw: Het Potala-paleis
Lhasa betekent letterlijk land van de goden. De eerste keer, dat de naam Lhasa wordt genoemd is in 822 op een pilaar bij de gelegenheid van een vredesverdrag tussen Tibet en China. Daarvoor spreken de documenten over Rasa, letterlijk land van de geiten.
In 641 ontving Songtsen Gampo zijn bruid Wencheng, de eerste prinses uit de Tang-dynastie die met een Tibetaanse heerser trouwde. Dat gebeurde in of beter geformuleerd op het Rasa. Uit Chinese documenten van die tijd wordt duidelijk, dat op het Rasa toen slechts een aantal tenten stonden. De tent van de koning zou voor ongeveer 100 mensen plaats hebben geboden.
In de klassieke Tibetaanse geschiedschrijving wordt gemeld, dat Songsten Gampo de Nepalase prinses Bhrikuti als een van zijn overige vrouwen had. Voor beide vrouwen liet hij op het Rasa een boeddhistische tempel bouwen. Het door Wencheng uit China meegebrachte beeld van de Jowo Rinpoche vond eerst een plaats in de Ramochetempel. De tweede tempel heette oorspronkelijk Rasa Tulnang Tsuklakang, letterlijk de wonderlijke verschijning op het land van de geiten. Nadat het beeld van de Jowo Rinpoche in de 8e eeuw verhuisde naar een tweede tempel, werd daarvoor de naam Jokhang gebruikt worden. Een document uit de 9e eeuw sprak over de uitnodiging aan het beeld om zich te verplaatsen van de Ramoche naar het land van de goden.
Gedurende de gehele periode van het keizerrijk wordt de naam Lhasa verder alleen gebruikt in die religieuze betekenis. Lhasa was dus ook in de periode van de Yarlung-dynastie niet de politieke of bestuurlijke hoofdstad van het land. ( Dat waren bijvoorbeeld wel Drakmar nabij Samye of Onchando.) Vanaf de tijd van Trisong Detsen ( 755- 797 ) moet er wel een vorm van een kloostergemeenschap aanwezig geweest zijn.
In de periode na het keizerrijk was in een meer gefragmenteerd Tibet de plaats van de hoofdstad afhankelijk van de meest dominante machtfactor op dat moment.Sakya in Tsang,Nedong tijdens de Phagmodru-dynastie. Lhasa is dan echter wel al een belangrijk bedevaartsoord geworden.
Door Tsongkhapa en zijn volgelingen worden in de omgeving van Lhasa na 1400 drie belangrijke gelugkloosters gebouwd. De drie kloosters zijn Ganden, Sera en Drepung. Pas vanaf die periode begint de ontwikkeling van een dorp Lhasa. De vijfde dalai lama verplaatste de regering van zijn rijk naar Lhasa, als nu ook de politieke hoofdstad van Tibet.
In 1645 begon de verbouwing van het Potala-paleis op de Marpori (rode berg). In 1648 werd de Potrang Karpo, het witte paleis van de Potala, voltooid. Vanaf die tijd werd de Potala door de dalai lama gebruikt als winterpaleis. De Potrang Marpo (Potala’s rode paleis) was toegevoegd tussen 1690 en 1694. De naam Potala is mogelijk afgeleid van de berg Potalaka, de mythologische woonplaats van Bodhisattva Avalokitesvara. De Jokhang-tempel was ook sterk vergroot rond die tijd. Hoewel sommige houten gravures en lateien van de Jokhang Tempel dateren uit de 7e eeuw, dateren de oudste van Lhasa’s bestaande gebouwen, zoals midden in het Potala-paleis, de Jokhang en sommige van de kloosters en eigenschappen in de oude wijk, uit deze tweede bloeiperiode in Lhasa’s geschiedenis.
Het zomerpaleis Norbulingka en de tuinen aan de zuidwestkant van de stad werden gebouwd in de 18e eeuw, tijdens de zevende dalai lama.
Gedurende lange tijd was Lhasa verboden gebied voor buitenlandse bezoekers. In de eerste helft van de 20e eeuw eeuw ondernamen verschillende westerse verkenners reizen naar de stad die later breed werden uitgemeten in de pers, waaronder Francis Younghusband, Alexandra David-Néel en Heinrich Harrer. Lhasa was het centrum van Tibetaans Boeddhisme, en bijna de helft van de populatie was monnik. Verder brachten ontdekkingsreizigers als Samuel van der Putte, Alexandra David-Néel, Nikolaj Przewalski en Sven Hedin gegevens over Lhasa naar buiten.
In de Encyclopædia Britannica Eleventh Edition die gepubliceerd werd in 1910-11 werd een totale bevolking van Lhasa beschreven, inlcusief de lama’s in de stad en de directe omgeving van 30.000. Een census uit 1854 maakte melding van een getal van 42.000, wat hoger was en kwam door een afname van de bevolking in die tijd. De encyclopedie gaf verder de aantallen van 1500 leken en 5500 vrouwen. 2000 families werden tot de permanente Chinese bevolking gerekend. Onder de inwoners van de stad bevonden zich verder inwoners uit Nepal en Ladakh (ongeveer 800) en enkele uit Bhutan, Mongolië en andere landen. Britannica maakte verder melding van overvolle begraafvoorziening in Lhasa die zorgvuldig werd bijgehouden. Nepalesen leverden machines en metaalbewerkers in die tijd.
Het aantal inwoners van Lhasa bedroeg in 1951 ongeveer 25.000, exclusief zo’n 15.000 monniken in de kloosters in het gebied. Na de invasie van Tibet ontvluchtten veel mensen de stad, waaronder de veertiende dalai lama Tenzin Gyatso die was weggevlucht uit zijn woning in het Potala-paleis en in ballingschap in India aankwam in 1959.
Tijdens opstanden in Tibet van 1987 tot 1993 waren er grote demonstraties in Lhasa tegen de Chinese aanwezigheid die geleid werden door monniken en nonnen. Als reactie hierop maakte de Chinese regering het leven voor monniken en nonnen moeilijker door restricties en politieke heropvoeding. Velen moesten deze “heropvoedingssessies ondergaan om zichzelf op een lijn te stellen met de communistische opvattingen en om de dalai lama en de Tibetaanse onafhankelijkheid aan de kaak te stellen”. Veel monniken die weigerden werden veroordeeld tot gevangenisstraffen; anderen verlieten de kloosters en velen ontsnapten naar India om hun studie voort te zetten.
Tijdens de opstand van Tibet van 2008 In aanloop naar de Olympische Spelen in Peking was er opnieuw sprake van onregelmatigheden.
Cultuur en bezienswaardigheden
Lhasa was voor veel Tibetanen de belangrijkste bestemming voor een bedevaart in Tibet. Naar Tibetaans boeddhistische traditie bestaan er drie pelgrimroutes in Lhasa. De binnenste route is de Nangkhor en omvat een rondgang in het binnehof van de Jokhangtempel. De middelste route is de Barkhor en houdt een rondgang om de Jokhangtempel in met daarnaast andere kloosters en tempels in de oude binnenstad van Lhasa. De buitenste route is de Lingkhor die loopt langs de vroegere stadsgrenzen van Lhasa en is begin 21e eeuw ook open voor het toerisme.
Het Potala is het opvallendste gebouw. Het grote, wit met bruine gebouw staat midden in de stad. Van hieruit regeerden de dalai lama’s. Het zomerpaleis van de dalai lama is gevestigd in de omgeving van Lhasa; een groot park met diverse gebouwen. Onderaan de berg ligt het dorp Shöl.
Het Tibet Museum in Lhasa dat in 1999 werd geopend, telt meer dan 30.000 geëxposeerde stukken van Tibetaanse kunst en cultuur.
Ligging
Lhasa ligt in de Transhimalaya op een hoogte van ongeveer 3650 meter in het dal van Kyichu, een zijrivier van de Yarlung Tsangpo. De stad ligt aan de noordelijke oever en strekt zich in de 21e eeuw uit over een lengte van meer dan 10 kilometer.