Wandelroute binnenstad Venlo, parken, Onderste Molen, Bovenste Molen, Jaomerdal (Jammerdal) en Egypte bij Venlo (17,2 km.)
Deze wandelroute van zo’n 17,2 km. gaat via oude binnenstad steegjes door stadsparken via smalle bospaden langs ondergelopen groeves. De tocht begint op het stationsplein van Venlo (A).
Wandelkaart 1:
Start van de route op wandelkaart 1:
De wandeling start bij Station Venlo (A) op het stationsplein.
Venlo (de oude binnenstad)
Venlo is een stad in het noordelijke deel van de Nederlandse provincie Limburg en de stedelijke kern van de gelijknamige gemeente. De stad telt 39.115 inwoners (per 2012, bron: CBS). Samen met het stadsdeel Blerick vormt Venlo het stedelijke gebied in de gemeente. Dit gebied heeft 66.735 inwoners (per 2012, bron: CBS). Blerick is echter vanouds een afzonderlijk dorp, dat pas tijdens de Tweede Wereldoorlog opgenomen is in de gemeente Venlo. De stad Venlo omvat alleen het gedeelte van de gemeente tussen de A73, de Duitse grens, de A67 en de Maas. Het enige stuk op de westelijke Maasoever dat van oudsher tot de stad Venlo behoort is het voormalige Kazerneterrein, dat ten noorden van de kern Blerick ligt. Andere kerkdorpen binnen de gemeente Venlo zijn: Hout-Blerick, Boekend, Tegelen, Steyl, Belfeld, Arcen, Velden en Lomm.
Venlo is een handels-, transport- en industriestad. De stad is het centrum voor de wijde omgeving alsmede koopcentrum voor het naburige Duitse Ruhrgebied. De gemeente Venlo grenst direct aan de Duitse districten Kleef en Viersen. Venlo is gelegen aan een bocht in de Maas en heeft een historisch centrum, al heeft de Tweede Wereldoorlog erg veel schade aangericht.
Geschiedenis
Oudheid
Venlo ligt op een strategische positie, op een belangrijke kruising van wegen bij een oversteekplaats over de Maas. De nederzetting werd al in de Vroeg-Romeinse tijd ((50 v. Chr.-70 na Chr.) bewoond. Er zijn diverse vondsten van aardewerk, munten en sieraden aangetroffen die wijzen op bewoning door Romeinse militairen en geromaniseerde handelaren. Archeologisch onderzoek in en langs de Maas laat de mogelijkheid open dat hier zelfs een brug heeft gelegen. Na de derde eeuw blijft de nederzetting bij de huidige binnenstad van Venlo een aantal eeuwen onbewoond. Er zijn geen sporen uit de Laat-Romeinse tijd bekend. Wel zijn er sporen van bewoning tot in de zevende eeuw gevonden aan de westzijde van de Maas, in Blerick, langs de noord-zuid verbinding Nijmegen-Maastricht-Tongeren.
Lange tijd werd ervan uitgegaan, dat het Duitse plaatsje Kaldenkirchen, net over de grens, de Romeinse legerplaats Sablones zou zijn geweest. In november 2010 liet de stadsarcheoloog van Venlo, Maarten Dolmans, zich tegenover Duitse media ontvallen dat het veel aannemelijker is dat Venlo zelf de Romeinse legerplaats is geweest.
Middeleeuwen
In de middeleeuwen was de stad Venlo een belangrijke handelsplaats aan de Maas, zelfs te vergelijken met Duitse plaatsen als Keulen, Spiers en Worms. Venlo behoorde tot het Gelderse Overkwartier en die lid was van de Hanze. In 1481 trad Venlo tot het Hanzeverbond toe. Hoewel het Hanzeverbond toen al over zijn hoogtepunt heen was betekende Venlo’s lidmaatschap toch een erkenning als tamelijk belangrijke handelsstad.
Nieuwe Tijd
Het hertogdom Gelre kwam als laatste gewest bij de val van Venlo in 1543 de facto, en bij het Tractaat van Venlo de jure in handen van keizer Karel V, die het met de rest van zijn Nederlandse bezittingen verenigde. Vanaf 1590 was Gelre gesplitst in een noordelijk en een zuidelijk deel en behoorde het zuidelijke, het Overkwartier, tot de Zuidelijke Nederlanden. In de 17e eeuw was Venlo afwisselend Spaans en Staats bezit. De Spaanse Successieoorlog leidde vervolgens tot het Barrièretractaat, waarbij het Overkwartier tijdens de Vrede van Utrecht in 1713 werd opgedeeld tussen Pruisen, Oostenrijk en de Nederlandse Republiek. De stad werd onderdeel van de Republiek en kwam te liggen in het Generaliteitsland Staats-Opper-Gelre.
Heel Staats-Oppergelre werd in 1795 door de Fransen veroverd. Na hun vertrek ging Venlo tot de nieuwgevormde provincie Limburg behoren, binnen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Anders dan de rest van Limburg werd Venlo (evenals het gebied van de stad Maastricht) geen lid van de Duitse Bond. Bij de Belgische Opstand koos bijna geheel Limburg, en ook Venlo, de kant van de Belgen maar bij de vredesregeling werd Limburg gesplitst en kwam Venlo bij Nederland. Halverwege de 19de eeuw werden de stadsmuren gesloopt en breidde de stad zich flink uit over de buitengebieden en langs de toegangswegen.
Twintigste eeuw
Op 9 november 1939 vond in Venlo het Venlo-incident plaats, waarbij twee Britse agenten door de Duitse Gestapo werden gevangengenomen.
Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog leed Venlo veel schade, mede doordat de frontlinie drie maanden lang door het centrum liep. Tot oktober 1944 was Venlo nauwelijks getroffen door de oorlog maar dat veranderde toen de gevechtsfronten Limburg naderden. Bij hevige geallieerde bombardementen op de strategische Maasbrug en het nabije Duitse vliegveld, werd ook het stadscentrum deels verwoest en kwamen veel burgers om. De stad werd op 1 maart 1945 bevrijd door de Amerikanen van de US 9th Army tijdens de operatie Grenade.
Steek bij het stoplicht (links van de grote fontein midden op de rotonde) direct de weg (koninginnesingel) over en ga op het voetpad rechtdoor en sla daarna linksaf. U loopt nu langs het Limburgs Museum (B) (aan uw rechterhand).
Limburgs Museum
Het Limburgs Museum is een cultuurhistorisch museum in Venlo. Het Limburgs Museum is een van de drie provinciale musea in Nederlands Limburg; de andere twee zijn het Discovery Center Continium in Kerkrade en het Bonnefantenmuseum in Maastricht.
Het verhaal van de mens in Limburg staat centraal en wordt daarin ondersteund door de collectie. Het museum heeft een uitgebreide archeologische collectie, waarvan de oudste stukken stammen uit het Neolithicum. De volkskundige collectie bestaat onder meer uit aan carnaval gerelateerde voorwerpen, devotionalia, landbouwwerktuigen, keukengerei en textiel (waaronder kleding). Daarnaast heeft het museum verschillende wisseltentoonstellingen per jaar, zijn er vaker activiteiten en evenementen en draait het museum regelmatig historische filmbeelden in de daarvoor aanwezige theaterzaal.
Het Limburgs Museum is sinds 2000 gevestigd in een gebouw dat ontworpen is door de in Venlo geboren architecte Jeanne Dekkers. Het Goltziusmuseum in Venlo verdween met de komst van het Limburgs Museum. Het museum ligt in het Julianapark.
In juni 2011 werd begonnen met de bouw van een nieuwe zaal aan het museum. In de kelder van de nieuwbouw wordt in augustus 2011 de aan de Maasboulevard ontdekte mikwe uit de 13e eeuw geplaatst.
Blijf deze weg volgen de Venlose binnenstad in. Na enige tijd verandert de straatnaam in “Parade”. Loop door tot u aan uw linkerhand de grootste platen en cd zaak van Nederland (Sounds) ziet liggen en sla ietsje verder linksaf de Klaasstraat in en daarna gelijk weer linksaf het Ursulastraatje (C) in. Dit is een van de laatste echt oude, historische steegjes die in Venlo nog bewaard zijn gebleven.
Ursulastraatje
De Ursulastraat is een oude straat in het Kloosterkwartier, een wijk in de binnenstad van de Nederlandse plaats Venlo.
Het straatje loopt in zuidelijke richting van de Klaasstraat tot aan de Keizerstraat.
In 1428 werd het straatje voor het eerst genoemd, toen de Zusters in de Weide (het latere Dominicanenklooster Mariaweide) de orde van Franciscus verlieten en zich gingen wijden aan de orde van Augustinus. Het klooster werd vanaf dat moment gewijd aan Sint-Ursula. Op dat moment werd het, waarschijnlijk tot dan toe naamloze, straatje omgedoopt tot Ursulastraat.
Volg het Ursulastraatje tot aan een T-splitsing.
Sla rechtsaf het Keizerstraatje (D) in. Ook dit is een zeer oud straatje. Links ziet u een hekwerk waar bovenop allerlei hoofden met gezichtsuitdrukkingen zijn afgebeeld. Deze stellen uitdrukkingen en typen personen voor uit het Venloosch dialect, net als de andere naam van dit straatje die bij de Venlonaren veel bekender is: De Floddergats.
Keizerstraatje
De Keizerstraat, in de volksmond Floddergats geheten, is een oude straat in het Kloosterkwartier, een wijk in de binnenstad van de Nederlandse plaats Venlo.
De straat loopt in oostelijke richting van de Nieuwstraat tot aan de poortingang van Dominicanenklooster Mariaweide, die ligt aan de kruising met zowel de Parade als de Keulsepoort.
Geschiedenis
In de 16e eeuw was dit nog een tot dan toe naamloze, onverharde weg, achter het klooster langs. Omdat de straat op regendagen in een modderpoel veranderde, werd het in de volksmond al snel Floddergats genoemd. Rond 1652 werd de straat verhard, en de naam veranderde officieel in Kloosterstraat.
De naam Keizerstraat kwam pas in 1804, toen keizer Napoleon Bonaparte te paard in Venlo aankwam vanaf de Keulsepoort. In plaats van de menigte op de vanaf dat moment Parade geheten straat tegemoet te treden (zijn soldaten waren de stad al binnengeparadeerd), sloeg hij te paard links de toenmalige Kloosterstraat in. Sindsdien kreeg het straatje officieel de naam Keizerstraat, al wordt het in de volksmond nog steeds Floddergats genoemd.
Volg het Keizerstraatje tot u op het Dominicanenplein arriveert. Hier vindt u de Dominicanenkerk (E).
Dominicanenkerk (kapel)
Het dominicanenklooster werd gesticht in 1416 door de ‘Augustinessen op de Weide’. De kapel verrees in het einde van de 15e eeuw. In 1747 werd het klooster door brand beschadigd. Bij het herstel werd het huidige westportaal met lezenaarsdak aangebracht. In 1798, tijdens de Franse revolutie werd het klooster particulier bezit. In 1944 werd het klooster verwoest maar de kapel werd 1955-’56 door J. Kayser gerestaureerd. Daarbij werden een dakruiter toegevoegd en een sacristie en twee aanbouwen in hetverlengde van het portaal aangebouwd. De kapel ging vanaf toen dienst doen als kapel van het Dominicanenklooster Mariaweide, dat in 1960 door J. van Hest werd gebouwd in een stijl die ontleend is aan de Bossche school. Anno 2006-2007 wordt de kapel opnieuw gerestaureerd.
[Bron: http://www.kerkgebouwen-in-limburg.nl/view.jsp?content=7557]
De kapel is een laatgotisch driezijdig gesloten bouwwerk met kruisribgewelven. Het interieur is sober en wit gestuct. Van belang zijn de glas-in-loodramen van Jacques Vonk en Gilles Franssen. Aan de westzijde bevindt zich op circa 5 meter hoogte nog steeds het authentieke pijporgel; aan de noordzijde van de kapel bevindt zich een sierhek. Op het plafond bevinden zich schilderingen uit het einde van de 15e eeuw, die bij de restauratie van 1956 tevoorschijn kwamen na de verwijdering van dikke lagen witte kalk.
Steek het Dominicanenplein over tot u een straat bereikt (Begijnengang) en sla rechtsaf. Sla daarna op een kruispunt met een voetgangerszone linksaf en loop het winkelgebied in. U bent nu weer in de Klaasstraat. Sla vervolgens rechtsaf de Vleesstraat in en blijf deze volgen tot aan de Markt. Op de Markt staat misschien wel het beroemdste monument van Venlo: het stadhuis (F).
Stadhuis
Het stadhuis van Venlo is een vrijstaand stadhuis in renaissancestijl. Het ligt aan een plein (de Markt, vroeger ook wel het Cruys geheten), op de kruising van zowel de Steenstraat/Gasthuisstraat als de Peperstraat/Jorisstraat met de Lomstraat/Vleesstraat in de Nederlandse stad Venlo in de gelijknamige gemeente.
Begintijd
Op de eerste kaarten van Venlo staat een kasteelachtig gebouw (woontoren met ridderzaal ?) aangegeven, dat toebehoorde aan ridder Gerart van Bocholt, die het aan de stad heeft verkocht, kort nadat Venlo stadsrechten kreeg 1343. De schepenen van Venlo vergaderden nadat Venlo stadsrechten kreeg namelijk eerst bij de schepenen thuis. Het huis naast Van Bocholt werd daarna ingericht als leprozenhuis. Uiterst merkwaardig, omdat het in die tijd bekend was dat het een uiterst besmettelijke ziekte was en zulke huizen dus ver buiten de stadsmuren werden verplaatst. Het vermoeden bestaat dat het gemeentebestuur destijds een boze opzet had om Gerart op deze manier uit zijn huis te verdrijven. Nadat Gerart zijn huis verkocht had, werd het leprozenhuis naar buiten de stadsmuren verplaatst.
Huidige vormgeving
Het “steenen huys” werd overigens voor het eerst vermeld 1374. De adellijke heren die hier rechten hadden waren immers grotendeels door de Hertog van Gelre uitgekocht en verlieten de stad. Het is 250 jaar in gebruik geweest, totdat de welvaart en vrede het toelieten een moderner gebouw te stichten. Met gebruikmaking van bestaande delen werd een statig renaissancegebouw ontworpen door bouwmeester Willem van Bommel uit Emmerik. Het gebouw kwam nu vrij te staan. Het is gebouwd tussen 1597 en 1601 (muurankers aan de voorzijde met 1598). Bij de gevel sluiten twee ongelijke hoektorens aan; de oostelijke met een uurwerk, de westelijke met een zonnewijzer. De trappen en het bordes zijn een toevoegsel uit 1609. Het baldakijn werd aangebracht in 1735. Op een tekening van Jan de Beijer uit 1741 staat het in volle glorie afgebeeld met pleisterwerk in blokvorm. Op een oude foto uit 1880 bleek deze pleisterlaag één geheel te zijn geworden en was inmiddels ook restauratie noodzakelijk. Door verschil van inzicht tussen de gemeentearchitect Johannes Kayser en rijksadviseur P.J.H. Cuypers, ontstond een compromis-gebouw. Dit is weer ongedaan gemaakt. Ook de Tweede Wereldoorlog heeft het op wonderbaarlijke wijze nagenoeg ongeschonden overleefd. Het huidige gebouw heeft geen pleisterwerk maar sierlijke baksteen en sierbanden van steen.
Uiterlijke kenmerken
Oorspronkelijk heeft de begane grond van het stadhuis tot markthal gediend. Ook de waag was hierin gehuisvest blijkens een gevelsteen. Er waren rondom ingangen en de zoldering rustte op vier Toscaanse zuilen. Boven in de voorgevel bevinden zich vier medaillons met afbeeldingen van beroemde Venlonaren. Van links naar rechts zijn dat de klokkengieter Jan van Venlo, de humanist Erycius Puteanus, de penningkundige en etser Hubert Goltzius en de kunstschilder Jan van Cleef. Echter heeft men een fout gemaakt bij het maken van deze medaillons. Hubert Goltzius is verwisseld met zijn neef Hendrick en zodoende heeft men een verkeerd medaillon geplaatst. Een onderzoek uit de jaren tachtig heeft uitgewezen dat er geen afbeeldingen bestaan van Jan van Cleef als volwassene. De Roermondse maker van de medaillons heeft op het stadhuis dus, naast een verkeerd medaillon van Goltzius, een ‘fantasiebeeld’ van Van Cleef geplaatst. Zeer opvallend zijn verder de wapenschilden van de stad Venlo, Gelderland en de Verenigde Nederlanden. De glas-in-loodramen zijn voorzien van familiewapens van vroegere stadsbestuurders. Het interieur bevat een groot aantal kunstschatten, zoals de beroemde Adam en Eva-klok uit 1716 en het prachtige goudleren behang uit 1734 in de kamer van Burgemeester en Wethouders. In het stadhuis bevindt zich ook de raadszaal. Voor de rest heeft het gebouw een representatieve functie.
Moderne aanpassingen
Tussen 2007 en 2009 heeft het stadhuis weer een grondige renovatie ondergaan. Er is onder andere een lift in het stadhuis gebouwd om de veiligheid en toegankelijkheid van het stadhuis te bevorderen. Daarnaast werd de centrale verwarming en het luchtverversingssysteem vervangen. Ook werd de raadszaal onder handen genomen. Door de gemeentelijke herindeling waar Tegelen en Belfeld bij Venlo zijn gevoegd, is de raadszaal te klein geworden. Tijdens de verbouwing was het niet mogelijk om op het stadhuis huwelijken te voltrekken.
Minimundus
In het miniatuurpark Minimundus Bodensee in Meckenbeuren (Duitsland) staat een model van het stadhuis op een schaal van 1:25. Klagenfurt, waar Minimundus is opgericht, is namelijk sinds 1961 partnerstad van Venlo en heeft ook een straat naar Venlo genoemd: de Venloweg. Venlo heeft op zijn beurt een straat naar de Oostenrijkse zusterstad genoemd: de Klagenfurtlaan.
Blijf rechtdoor lopen en houdt het Stadhuis aan uw linkerhand. Sla rechtsaf zodra u het stadhuis bent gepasseerd. Sla de eerstvolgende straat linksaf (Grote Kerkstraat) (G) en volg deze. ook in deze straat staan nog wat oude monumenten zoal het Oud weeshuis en de naar de patroonheilige van Venlo genoemde Martinuskerk.
Oude Weeshuis (Ald Weishoès)
Het Ald Weishoês (Oude Weeshuis), een vroeg-17e-eeuws, in Gelderse Renaissancestijl gebouwd rijksmonument, ligt op de hoek van de Grote Kerkstraat en de Kleine Kerkstraat te Venlo. Het pand (uit 1611) is het op vijf na oudste gebouw van Venlo, na de Stad Frankfort, Huize Stalberg, het Romerhuis, Huize Schreurs en het Stadhuis van Venlo.
Geschiedenis
In de beginjaren was er een Latijnse school gevestigd. Deze bleef maar tot 1619 in het gebouw waarna het overgingin handen van de Kruisheren, die de lessen vanaf dat jaar in hun klooster gaven. Wie er daarna in het gebouw kwam is onbekend, wel is bekend dat er vanaf 1680 tot 1883 er de stadsschool er was gevestigd, met in de kelder de armenschool.
In 1885 werd het pand gekocht door de burgerlijke Godshuizen, een instantie die zich bezig hield met armen- en ziekenzorg, en vestigde er een gasthuis. De burgerlijke Godshuizen waren al eigenaar van het ernaast gelegen weeshuis, ook gebouwd in 1577. Daarnaast weer bouwde de instantie in 1820 een bejaardenhuis. De burgerlijke Godshuizen waren dus eigenaar van een groot complex. Op de achterliggende terreinen werd dit complex nog diverse malen uitgebreid. Toch voldeed het niet, want in 1907 had het bestuur van de Godshuizen plannen om het complex gedeeltelijk af te breken en er een nieuw gebouw neer te zetten. Die plannen gingen niet door.
In 1926 kwam er een ingrijpende restauratie gecombineerd met nieuwbouw. De benaming Ald Weishoes wordt sinds die tijd gebruikt voor het hele hoekcomplex, maar is in wezen verkeerd. In het hoekpand hebben, na de aankoop ervan door de burgerlijke Godshuizen, maar heel kort wezen gewoond. Het oude weeshuis is dus eigenlijk het pand ernaast.
In 1599 schonken Peter van Broeckhuysen en echtgenote cum suis ook nog de hof Voewinckel te Broekhuizen aan het Weeshuis. Deze hof droeg daarna de bijnaam De Wezenhof (tegenwoordig heet het De Vonkel).
Bombardementen
Door de bombardementen tijdens de oorlog zijn veel historische gebouwen uit de Venlose binnenstad verdwenen zoals de middeleeuwse woningen nabij de Maasbrug (Kwartelenmarkt), de synagoge en de kloostercomplexen aan de zuidkant. Venlo’s voornaamste monument, het 16e-eeuwse stadhuis aan de sfeervolle Markt, is ongeschonden gebleven. Ook het middeleeuwse stratenplan van de binnenstad is goed bewaard gebleven. Recent onderzoek achter de huidige en moderne gevels aan de Vleesstraat/Lomstraat, Klaasstraat en de Parade heeft aangetoond dat veel huizen nog een (laat)middeleeuwse kern hebben. Gelukkig zijn er ook een aantal monumenten overeind blijven staan gedurende de Tweede Wereldoorlog, waaronder het Ald Weishoês.
Huidig gebruik
Thans wordt het gebouw gebruikt als gemeenschapshuis. Er zijn drie etages en een kelder die daartoe in gebruik zijn. Verschillende clubs en verenigingen maken gebruik van de diverse ruimtes in het Ald Weishoês. Tijdens carnaval vindt in het Ald Weishoês het jeugdcarnaval van Venlo plaats.
Grote of Sint-Martinuskerk
De Grote of Sint-Martinuskerk staat aan de Grote Kerkstraat te Venlo. Het huidige grondplan van deze driebeukige gotische hallenkerk kwam tot stand tussen 1410 en 1610. De toren is drie keer herbouwd en heeft thans een ui als bekroning.
Geschiedenis
Er heeft een (houten) voorganger gestaan. Rond het jaar 1000 werd de Martinuskerk opnieuw gebouwd in romaanse stijl. In de loop van de 14e eeuw werd er aan de westzijde van het gebouw een toren toegevoegd, de toren kende een tentdak met een “lantaarn met uivormige koepel”. In 1480 werd het romaanse kerkgebouw vervangen door een nieuw gebedshuis. Pal voor de kerk werd een nieuwe Stadstoren gebouwd, een toren (90 m) die in de wijde omtrek was te zien. Bij de zware aardbeving van 1532 stortte een hoek van de toren in, alsmede de kerktoren zelf. Meer dan 200 jaar later, in 1776, werd er een nieuwe toren gebouwd. Deze toren was lager dan zijn voorganger maar kende wel weer een lantaarn met uivormige koepel.
In 1879 werd onder leiding van de Roermondse architect Pierre Cuypers het kerkgebouw uitgebreid en gerestaureerd in neogotische stijl. De verbouwing nam ca. drie jaar in beslag. Belangrijke veranderingen hierbij waren o.a. de toren (1879) en een uitgebreide ingangspartij (1881). De oude toren werd fors verhoogd (naar 59 meter), werd voorzien van een imposante torenspits met pinakels, vier hoektorentjes, en vier rijk gedecoreerde dakkapellen met wijzerplaat. De rijk gedecoreerde ingangspartij kende een eigen torenspits en werd bovendien versierd met een reliëf van Martinus te paard. De kerk leek gespaard te blijven tijdens de Tweede Wereldoorlog. Echter, tijdens een van de vele bombardementen op Venlo brandden kerk en toren in november 1944 gedeeltelijk af. De restanten van de toren stortten in een stormachtige nacht in oktober 1945 in. De gewelven van de kerk en de ingangspartij werden hierbij onherstelbaar beschadigd.
Na 1945 werd de kerk in volle glorie gerestaureerd. In 1953 kwam de nieuwe toren ontworpen door Jules Kayser, waarin later een carillon kwam, gereed. Momenteel telt het carillon 53 klokken en behoort het tot een van de grootste beiaarden van Europa. De nieuwe toren van Kayser doet in geen enkel opzicht meer denken aan de statige neogotische “Cuyperstoren” die er eens stond. De ranke spits met pinakels werd niet meer in het nieuwe ontwerp van de toren (in de stijl van de Delftse School) meegenomen. Wel werd de nieuwe toren voorzien van een uivormige koepel die verwijst naar de middeleeuwse voorganger van de toren. De neogotische ingangspartij die verloren ging in 1945 werd ook niet meer herbouwd (op deze plek staat nu de toren). Wie de kerk goed bekijkt kan in de zijbeuk aan de voorzijde nog enkele restanten terugvinden van de aanpassingen uit 1879.
Kunstschatten
De kerk herbergt waardevolle kunstschatten, onder andere de gebeeldhouwde barokke preekstoel uit 1701, 15e-eeuwse koorbanken, het door Herman den Potgieter in 1621 vervaardigde koperen doopvont, het schilderstuk De Boodschap des Engels van Jan van Cleef en het hoofdaltaar, ontworpen door kapelaan Jos Windhausen. Tot de naoorlogse aanwinsten behoren enkele gebrandschilderde glas-in-loodramen van Charles Eyck en Daan Wildschut. Rond de kerk staan nog enige 17e-eeuwse grafkruisen.
Kerkarchieven
De Martinuskerk in Venlo is op 13 november 1430 ingewijd en was eeuwenlang de enige parochiekerk van Venlo. Haar doop- en trouwarchief (vanaf 1615) en haar overlijdensarchief (vanaf 1684) is bewaard gebleven en is in te zien in het gemeentearchief.
De kerk is vernoemd naar Sint-Maarten. Sint Maarten is ook de patroonheilige van Venlo en daarom wordt in Venlo ook jaarlijks het Sint Maartensfeest gevierd inclusief lampionnenoptocht.
Volg dit straatje. De naam veranderd voorbij de Martinuskerk in Martinusstraat. U bereikt na een kort stukje lopen het Monseigneur Nolensplein. Laat dit rechts liggen en sla zelf linksaf de Monseigneur Boermansstraat in. Rechts van u ziet u het Rosarium (H).
Rosarium
De Rosariumbuurt is de derde kwadrant in het centrum van de stad Venlo. Jarenlang werd het centrum van de stad als één wijk gezien, maar de laatste jaren wordt weer teruggegrepen naar de wijkindeling uit de tijd toen Venlo nog een vestingstadje was. De stad was in vier kwadranten ingedeeld. De hoofdstraten liepen noordzuid (Gelderse Poort of Helpoort via de Lomstraat en de Vleesstraat naar de Roermondse Poort of Tegelse Poort) en oostwest (Keulse Poort of Laerpoort) via de Groote Beick of de Parade via de Gasthuistraat en de Steenstraat naar de Maaspoort of Waterpoort). De plek waar de twee hoofdstraten elkaar kruisten heette het Cruys ofwel de Markt. De Rosariumbuurt dankt haar naam aan het centraal in de wijk gelegen rozenpark.
De kwadranten zijn tegen de klok in opgedeeld, beginnende bij het kwartier in het zuidwesten:
- 1e kwadrant, een buurt waar veel buitenlanders woonden, zoals Klein Italië waar Italianen woonden en de Jodenbuurt waar Joden woonden
- 2e kwadrant, het kloosterkwartier, een plek waar veel kloosters lagen
- 3e kwadrant, waar vroeger het kasteel van de Hertog van Gelre stond en later het militaire terrein van de Huzaren. Later kwam hier de Rosariumbuurt.
- 4e kwadrant, het tegenwoordige Q4
Begin van de stad
Al zeer vroeg in de middeleeuwen werd in Venlo het christendom gebracht en werd in Venlo een kerk gebouwd. Opmerkelijk is dat in deze begintijd de Venlose parochie onder de ‘moederkerk’ van Tegelen viel en voordat er hier een kerk was de Venlose gelovigen in Tegelen ter kerke gingen. Tegelen is nu een stadsdeel van Venlo. De eerste Venlose kerk is de voorganger van de huidige Martinuskerk. Rondom deze kerk werden de eerste huizen gebouwd, vanwege de verhoging wat de huizen beschermden tegen de overstromingen van de Maas.
Al gauw groeide Venlo snel en werd het een belangrijke stad in Ambt Krieckenbeck van het hertogdom Gelre. De Hertog van Gelre bouwde al gauw een kasteel in Venlo.
Strategische stad
De Hertog van Gelre kwam regelmatig naar Venlo en verbleef enkele dagen in zijn kasteel. Belangrijke documenten die hieraan herinneren zijn de keukenboeken die bewaard zijn gebleven. Hierin stond wat de Hertog heeft gegeten tijdens zijn verblijf. Een belangrijk document dat inzicht geeft wat men at en hoe duur ingrediënten waren.
Venlo was een strategische stad en werd o.a. vanuit het kasteel verdedigd, omdat deze aan de stadswal lag. Later werd hier het Minderbroederklooster gevestigd, wat diende als verdedigingspunt. Dit bleef zo tot de ontmanteling van Venlo aan het eind van de 19e eeuw in 1867.
Huzaren
Na de ontmanteling van de stadswal kwam een enorm gebied vrij, wat ter beschikking werd gesteld aan de Huzaren. Het gebied werd militair terrein en had een drinkplaats (huidig rosariumpark) en werd gebruikt als exercitieterrein. In 1913 vertrokken de Huzaren.
Woonwijk
Na het vertrek van de Huzaren werden er in het gebied huizen gebouwd. De wijk Rosarium dat tussen 1915 en 1930 werd gebouwd in opdracht van burgemeester Van Rijn. Plan Schaap, genoemd naar de ontwerper ingenieur W.F.C. Schaap uit Arnhem, sloot perfect aan bij de wensen van het gemeentebestuur. Een ruime. parkachtige woonwijk met stedelijke bebouwing, die naast particuliere stadswoningen ook plaats zou bieden aan een aantal publieksgebouwen. De architecten lieten zich inspireren door de bouwstijl van de Amsterdamse School. Het plan dat destijds zorgvuldig is opgezet heeft ondanks oorlogsvernielingen en latere sloop van enkele karakteristieke bouwwerken zijn oude glans niet verloren. Een aantal gebouwen herinneren nog aan de huzarentijd. Zo is parkeergarage ‘Arsenaal’ vernoemd naar het arsenaal van de Huzaren die op die plek stond. Centraal in de wijk staat nog altijd het rozenpark.
Blijf deze weg volgen totdat u de Deken van Oppensingel bereikt en steek deze rechtdoor over. Loop vervolgens via een onverhard pad het Julianapark (I) in.
Volg dit pad totdat u linksaf kunt slaan en sla vervolgens weer rechtsaf. U bereikt nu de drukke Burgemeester van Rijn Singel. Steek deze over en loop de Belletablestraat in en sla onmiddellijk linksaf de Burgemeester van Liebergenstraat in. Volg deze tot het eind. Steek daar de drukke Hertog Reinoudsingel over en sla linksaf. Volg de Hertog Reinoudsingel totdat u een smal pad ziet aan uw rechterhand, net voor een watergeul. Sla rechtsaf dit pad in en blijf dit pad volgen met de waterpartij aan uw linkerhand. Steek aan het einde van het pad de drukke Laaghuissingel over en sla linksaf en vervolgens rechtsaf een onverhard pad in. U bent nu in het Burgemeester Bergerpark (J).
Burgemeester Bergerpark
Het Burgemeester Bergerpark is een park waar een restant van de Fossa Eugeniana doorheen stroomt, met landelijke uitstraling in de oorspronkelijk als bantuin bekendstaande noordzijde van de Nederlandse plaats Venlo. Het Venlose deel van de Fossa wordt ook wel Rijnbeek, of in het Venloos `t Rienke genoemd.
Over de naamgever
Het park is vernoemd naar Bernard Berger, burgemeester van Venlo van 1921 tot 1940 en van 1945 tot 1952. Onder zijn leiding werden in Venlo veel monumentale bouwwerken gerestaureerd, wat overigens door de Tweede Wereldoorlog weer werd tenietgedaan. Daarnaast was hij verantwoordelijk voor het omvormen van de vrijwillige brandweer van de stad tot een beroepskorps, het bouwen van nieuwe scholen, kerken en een nieuw politiebureau (het huidige gemeentelijke monument De Loohof). Ook de infrastructuur werd onder zijn leiding grondig uitgebreid.
De Rijnbeek
Door het laagste gedeelte van dit waterpark stroomt de Rijnbeek, in de volksmond bekend als ‘t Rienke. De gemeente Venlo heeft de oorspronkelijk ondergronds lopende Muizenmolenbeek de ruimte gegeven, zodat alle hoger gelegen waterpartijen voorzien worden van vers water. Dit water komt uiteindelijk in de Rijnbeek. Ook kwel(bron)water uit het Ven en in het park zelf voeden de Rijnbeek. Dankzij deze kwel en andere natte en droge plekken is de flora erg gevarieerd. Gulden boterbloem, Daslook en Adderwortel zijn best bijzondere planten. Ook zie je hier vogelsoorten, die je in de stad niet zou verwachten, zoals de IJsvogel, de Bosrietzanger, Dodaars, Bosuil en anderen.
Het park
Het park ligt ten zuiden van de Eugeniasingel, genoemd naar de Fossa Eugeniana. Tijdens de Spaanse bezetting werd in 1626 begonnen met de aanleg van een kanaal, dat een verbinding moest vormen tussen Rijn en Maas en uiteindelijk met de Schelde, van Rheinberg, via Arcen en Venlo. Zo moesten Rijn- en Maashandel onmogelijk worden gemaakt en aanvallen vanuit het noorden door Generale Staatse troepen worden bemoeilijkt. Het kanaal is nooit afgemaakt, maar wel voor een groot deel in het landschap herkenbaar.
Aan de zuidgrens van het park ligt een vestiging van de scholengemeenschap Gilde Opleidingen. De noordgrens wordt gevormd door de weg Schaapsdijk, met daarachter weer het Schaapsdijkpark. Aan deze Schaapsdijk ligt op een hoek weer het monumentale pand de Gelderse Postwagen. Aan de westzijde wordt het park begrensd door enkele landelijke villa’s, terwijl aan de oostzijde enkele flatgebouwen staan.
Meer informatie: http://www.bergerpark.nl/
Loop het gehele park door en keer dan langs dezelfde weg terug, totdat u weer op de Laaghuissingel bent.
Loop het gehele park door en keer dan langs dezelfde weg terug, totdat u weer op de Laaghuissingel bent. Steek de Laaghuissingel over en negeer het eerste pad links. Sla bij de volgende weg linksaf (deze loopt langs een parkeerterrein). Deze weg komt uit op de Rijnbeekstraat. Sla rechtsaf de Rijnbeekstraat in. Volg de Rijnbeekstraat tot aan de Hertog Reinoudsingel en steek deze recht over. Blijf rechtdoor gaan. U bent nu in de Burgemeester Mulderstraat. Sla aan het eind linksaf. Dit is de Burgemeester van Liebergenstraat. Volg deze tot het eind en sla dan rechtsaf de Belletablestraat in en vervolgens direct linksaf de Burgemeester van Rijnsingel op. Steek deze over en loop via een onverhard pad het Julianapark (I) weer in.
Volg het onverharde pad tot aan het eerste pad links en sla linksaf. De Burgemeester van Rijnsingel loopt nu aan uw linkerhand en het pad volgt deze parallel.
Julianapark
Het Julianapark in Venlo is gelegen ten oosten van de stadskern. Tot in de 19e eeuw heeft op deze locatie de Elizeese Velden gelegen, net buiten de Keulsepoort. Dit betrof een buitengoed, waar regelmatig bals en concerten werden gegeven.
Het Julianapark was een rangeerterrein aan de voormalige Hamburgersingel (tegenwoordig Deken van Oppensingel) met een spoorverbinding naar Hamburg via Straelen. Na de Tweede Wereldoorlog werd op het terrein het Julianapark aangelegd. Ondergronds liggen resten van de tussen 1867-1870 afgebroken vestingwerken, en vermoedelijk ook resten van de Enveloppe Van der Duyn. Verder zijn hier tegenwoordig enkele kleine stukken stadsmuur te vinden die tijdens het bouwrijp maken van de Maasboulevard beneden maaiveld zijn aangetroffen. Ook zijn er enkele voormalige taluds in het terrein herkenbaar. In de loop der jaren is de structuur van het park meerdere malen veranderd.
Zo is er in 1969-1970 het Museum van Bommel van Dam gebouwd, nadat het echtpaar, aan wie het museum zijn naam dankt, vanuit Amsterdam naar Limburg verhuisde met een immense privécollectie moderne kunst.
In de jaren tachtig is de noordzijde van het park drastisch aangepast, met een meer open structuur, zodat de bewoners van het bejaardenhuis, dat eraan grenst, vrij zicht hadden op het park.
In 2000, tijdens de bouw van het Limburgs Museum (gevestigd aan de zuidkop van het park), werd het park opnieuw ingericht met een overzichtelijker karakter. Bij deze laatste herinrichting heeft de architect zich duidelijk laten inspireren door het New Yorkse Central Park.
Sinds 2005 staat aan de achterzijde van het Limburgs Museum, op een stervormig pleintje binnen een cirkel, een zuil met daarin de wereldvredesvlam. Directe aanleiding voor de oprichting van dit “monument” was de dood van René Steegmans.
In 2010 heeft de gemeenteraad van Venlo een nog durende studie gelast naar de mogelijkheden om onder het park een parkeergarage te bouwen.
Elk jaar, in het laatste weekend van de zuidelijke zomervakantie, wordt hier het Zomerparkfeest georganiseerd.
Wanneer u aan het uiteinde van het park links naast het Limburgs museum (B) loopt en het park verlaat, bent u weer op de rotonde met fontein bij Station Venlo (A). U kunt de wandeling hier beëindigen of verder wandelen. Deel 2 van de wandeling lijdt u door prachtige bossen en natuurgebieden.
Wandelkaart 2:
Vervolg van de route op wandelkaart 2:
Ga na het verlaten van het Julianapark, tegen de rijrichting van de rotonde in (linksaf) en steek de Burgemeester van Rijnsingel over. Blijf op de rotonde en steek ook de Kaldenkerkerweg over. Sla daarna op het trottoir linksaf. Dit is de Kaldenkerkerweg. De Kaldenkerkerweg is een oude uitvalsstraat richting Kaldenkerken, een klein dorpje in Duitsland. Volg de Kaldenkerkerweg (K) tot aan de eerstvolgende rotonde en sla op die rotonde rechtsaf. Dit zijn de Vierpaardjes.
Wandelkaart 3:
Vervolg van de route op wandelkaart 3:
Volg de Vierpaardjes tot aan de dubbele spoorwegovergang en steek de tweede spoorwegovergang over (de eerste spoorwegovergang kruist 2 sporen, de tweede spoorwegovergang kruist 1 spoor). U volgt nu de Onderste Molenweg die tussen de spoorlijnen doorloopt, totdat u bij een splitsing komt. Volg nu de linkerweg die omhoog loopt. Dit is de Bovenste Molenweg. Blijf deze volgen tot aan het Bilderberg Hotel De Bovenste Molen (L). Hier ligt ook een prachtig aangelegde vijver.
Onderste en Bovenste Molen
De Onderste Molen (Venloos: Underste Meule) en de Bovenste Molen (Venloos: Bäöveste Meule) zijn de twee bewoonde gebieden van het gebied Jammerdaal in de Nederlandse stad Venlo. Beide gebieden staan in het teken van recreatie; De Onderste Molen is een camping en De Bovenste Molen is een hotel. De wijk wordt verder gekenmerkt door villa’s uit de 30’er jaren. Het gebied wordt ingesloten door de spoorlijnen naar Duitsland en Roermond.
Geschiedenis
In de archieven van de stad Venlo wordt al vroeg melding gemaakt van beekjes die in het gebied stroomde. Een van die beekjes kwam uit het Jammerdaal en stroomde in de richting van Tegelen. Door gebruik te maken van twee watermolens, stroomde het beekje richting de stad. De molens werden in het midden van de 15e eeuw gebouwd. De hogergelegen molen werd de Bovenste Molen genoemd en haalde water uit de Bovenste Molenplas, de andere watermolen heet de Onderste Molen en haalde water uit de Onderste Molenplas.
De beek stroomde door een dal (Molenbeekdal) en is gelegen tussen de steilrand tussen Venlo en Tegelen. Het vormde de grens tussen het Gelderse gebied de Groote Heide en het Gulikse gebied De Uilingsheide. De weg in het dal maakte deel uit van de postroute die leidde naar de Postweg.
De beek stroomde vanaf de Onderste en Bovenste Molen als de sloterbeek naar de zuidoost kant van de stad het Kloosterkwartier in. Vanaf daar stroomde de beek als de Grote Beek door de Grote Beekstraat en werd onder andere door de Italiëmolen door de wijk Klein Italië naar de Maas geleid. De beek werd vooral gebruikt als open riool. Burgemeester Van Rijn maakte daar in het begin van de 20e eeuw een eind aan en dempte de beek.
In 1866 is in het Molenbeekdal de spoorlijn naar Kaldenkerken aangelegd (Staatslijn G).
De Bovenste Molen
De monumentale molen uit de 15e eeuw werd door brand in 1902 verwoest. Twee jaar later werd de molen herbouwd. In 1935 kreeg de molen een hotel- en restaurantfunctie. Vanaf 1975 is het hotel onderdeel van de hotelketen Bilderberg (sinds 2005 onderdeel van Goldman Sachs). Het hotel ligt aan de Bovenste Molenplas.
De Onderste Molen
Watermolen De Onderste Molen is een van de vier Venlose molens die nog intact zijn (de andere molens zijn de Panhuismolen, de Hoogmolen en de Watermeule). Momenteel zijn in het gebied woningen gevestigd, voorheen was er een camping met tot 1993 ook een strandbad aan de Onderste Molenplas.
Loop na een korte pauze bij de vijver rechtdoor het bos in (het pad wordt hier onverhard). U kruist een onbewaakte spoorwegovergang (spoorlijn van Venlo naar Duitsland). Sla enkele meters verder een smaller pad naar rechts in en volg dit. Sla bij drieweg splitsing (weg naar links stijl omhoog) rechtsaf en sla daarna het eerstvolgende pad rechtsaf. Dit pad loopt eerst stijl omlaag en gelijk daarna weer stijl omhoog. Sla dan op T-splitsing linksaf en volg dit pad langs de spoorlijn Venlo – Viersen (Duitsland) aan uw rechterhand, totdat u een verharde weg bereikt. Sla hier rechtsaf.
U loopt nu op de Auxiliatrix weg naar beneden. Volg deze weg omlaag en kruis de spoorwegovergang. Blijf deze weg volgen tot bij een asfaltweg (Jammerdaalseweg) naar rechts. Tussen de weg naar rechts en de weg rechtdoor bevindt zich een bospad. Volg dit bospad. Negeer zijpaden totdat u bij een houten hek in een haakse bocht arriveert. Loop door dit hek en iets verder door een houten klaphek. Volg het pad dat nu aan de bovenzijde van het jaomerdal loopt en negeer alle zijpaden. U passeert een zandhelling en uitzichtpunten over het dal (M).U loopt nu over een oude Romeinse weg.
Jammerdaal
Het Jammerdaal of Jammerdal (Venloos: Jaomerdal of Jaomerdaal) is een wijk in het stadsdeel Venlo in de gemeente Venlo. De wijk telt 320 inwoners (2006 CBS).
Oorsprong
Oorspronkelijk was dit gebied een zanderig en heuvelachtig terrein ten zuidoosten van Venlo dat aan het einde van de 18e eeuw tot de jaren dertig van de vorige eeuw ontgonnen om er klei en grind te winnen. Zo ontstonden er plassen waar tegenwoordig in de zomer regelmatig zwemmers te vinden zijn.
Over de herkomst van de naam Jammerdaal (Jaomerdal) bestaan meerdere lezingen. De naam zou afgeleid kunnen zijn van de gevolgen van een bloedige veldslag in de Romeinse tijd. In het jaar 54 v. Chr. werd het XIVe legioen van Julius Caesar na de belofte van vrije aftocht vernietigd door de Eburonen van Ambiorix, en dit dal is een van de in dit verband genoemde locaties.
Een andere verklaring is dat er ooit iemand jammerlijk verongelukt zou zijn bij het graven van een put.
Natuurgebied
Tegenwoordig is het Jammerdal een natuurgebied en vindt bewoning slechts plaats in de buurten de Onderste en Bovenste Molen. De twee buurten danken hun namen aan de twee watermolens die er stonden. De inwoners van het Jammerdal wonen dan ook voornamelijk in dit gebied. Het natuurgebied wordt onderhouden door stichting Het Limburgs Landschap. Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw was hier het enige natuurbad van Venlo gevestigd, een bekend zomers trekpleister voor de bewoners van Venlo en omstreken. Dit was in de jaren dertig aangelegd in de voormalige molenvijver van de ‘onderste (water)molen’. Nu is op de plaats van dit bad een luxe villawijk gebouwd. De wijk wordt omsloten door de spoorlijnen Venlo-Maastricht (staatslijn E) en Venlo-Viersen (staatslijn G).
Archeologie
In het Jammerdal zijn verscheidene Keltische grafheuvels uit de bronstijd en ijzertijd gevonden waarvan er enkele nog urnen met grafgiften bleken te bevatten. Ook zijn er her en der in de omgeving stenen werktuigen gevonden uit het Neolithicum.
Ook bevinden zich er nog restanten van een Romeinse weg en een Landweer.
Jammerdaalse Heide
De Jammerdaalse Heide is een natuurgebied ten zuidoosten van Venlo. Het ligt ten zuiden van de wijk Jammerdaal/Onderste en Bovenste Molen en behoort tot het gebied Jammerdaal. Het natuurgebied wordt ingesloten door de wijk, de spoorlijn Maastricht – Venlo, de spoorlijn Viersen – Venlo en de snelweg A74 die overgaat in de Bundesautobahn 61. In het zuidwesten van het gebied ligt de buurtschap Egypte.
Oorspronkelijk was dit gebied een zanderig en heuvelachtig terrein dat aan het einde van de 18e eeuw tot de jaren dertig van de vorige eeuw werd ontgonnen om er klei en grind te winnen. Zo ontstonden er plassen.
Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw was hier het enige natuurbad van Venlo gevestigd, een bekende zomerse trekpleister voor de bewoners van Venlo en omstreken. Dit was in de jaren dertig aangelegd in de voormalige molenvijver van de ‘onderste (water)molen’. Nu is op de plaats van dit bad een luxe villawijk gebouwd.
Het gebied wordt grotendeels beheerd door Het Limburgs Landschap. In het gebied liggen zeven prehistorische grafheuvels. Verder loopt er door het gebied een Romeinse weg en zijn er nog de restanten te vinden van een landweer.
Grafheuvels op de Jammerdaalse Heide
De grafheuvels op de Jammerdaalse Heide zijn een groep van zeven grafheuvels gelegen in het natuurgebied deJammerdaalse Heide in de gemeente Venlo. Tegenwoordig liggen ze gezien vanuit de omliggende kleiputten op een soort plateau daar hoog boven.
De grafheuvels dateren uit de vroege ijzertijd. De oorspronkelijke begraafplaats moet groter zijn geweest dan de huidige zeven grafheuvels. Bij archeologisch onderzoek trof men urnen met crematieresten, en door vuur aangetaste bronzen armbanden en ringen.
Deze zeven grafheuvels zijn rijksmonument.
Generaalsheuvel
De grootste grafheuvel van de groep heeft een ongeveer twee keer grotere diameter als de andere heuvels en heet de Generaalsheuvel. Deze ligt aan de andere kant van de weg en werd omgeven door een brede greppel. Bij archeologisch onderzoek bleek deze heuvel in het verleden al te zijn leeggeroofd. Vermoedelijk is hier een belangrijk persoon begraven geweest.
Wanneer u bij een weg rechtsaf die tussen twee onderwater gelopen groeven doorloopt arriveert, negeert u deze en blijft rechtdoor lopen. Rechts passeert u dus een onderwater gelopen groeve en links een stijle zandsteenhelling waar oeverzwaluwen nestelen. Blijf het pad volgen en negeer zijpaden totdat u een informatiebord onder een afdakje over het Jaomerdal ziet. Verlaat het Jaomerdal via een klaphek en sla linksaf een verhard fietspad/wandelpad op.Sla vervolgens de eerste weg rechtsaf. Deze weg heet Egypte.
Egypte
Egypte is een buurtschap in de gemeente Venlo, in de Nederlandse provincie Limburg. Egypte is nabij Jammerdal gelegen, maar valt formeel onder Tegelen. Egypte ligt op de Jammerdaalse Heide.
De buurtschap is ontstaan bij een driesprong in het buitengebied van Tegelen aan de rand met het buitengebied van Venlo. Aan de driesprong liggen nog een paar huisjes die waarschijnlijk nog uit begin 19e eeuw zijn. Later werden er nog een paar opzichterhuizen gebouwd ten behoeve van de kleigroeven. In Egypte bevonden zich verschillende van de oudste kleigroeven van Tegelen waarvan de kuilen, nu gedeeltelijk volgelopen met grondwater, nog zijn te zien. In deze groeven kan men nog steeds veel fossielen vinden uit het geologisch tijdperk van het Tiglien. Op de resten van sommige kleigroeven werd in de jaren twintig en dertig een wandelpark aangelegd. Hier ligt ook een van de grootste speeltuinen van de regio: Speelpark Klein Zwitserland. De naam is terug te leiden op het zeer heuvelachtige terrein van de speeltuin.
Door Egypte loopt het bekende Pieterpad.
Ten gevolge van het Verdrag van Londen werd in 1839 de provincie Limburg in twee stukken verdeeld, waarbij Tegelen bij Nederland kwam. En het gebied zuidelijker behoorde aan België. Tegelen ontwikkelde zich rond deze tijd tot een regionaal industriecentrum. Van oudsher waren er al verscheidene pottenbakkerijen en pannen en steenbakkerijen; gedurende de middeleeuwen werden de stenen gebouwen in Venlo grotendeels met in Tegelen geproduceerde stenen gebouwd. Door de steeds groter wordende vraag naar deze producten werden er diverse nieuwe keramische bedrijven gesticht en er kwamen nu ook ijzergieterijen bij. Later kwam hier de dranken- en tabaksindustie bij en na 1900 tuinbouw. In 1865 werd aan de Parallelweg een spoorwegstation op de spoorlijn Maastricht – Venlo geopend (in 1997 werd aan de Drink een nieuw Station Tegelen gebouwd). Vanaf midden 19e eeuw groeit de Tegelse industrie zeer snel, vooral de metaal- en kleiwarenindustrie.
In 1888 werd de tramlijn Venlo-Tegelen-Steyl in gebruik genomen, de eerste tramlijn van Limburg, eerst als paardentram en vanaf 1910 als motortram. In 1918 werd de tramlijn opgeheven. De twee Deutz-locomotieven werden verkocht aan de Russel-kleigroeve en waren tot 1934 als kleitram in gebruik. Als eerste in de regio kreeg baksteenfabriek Canoy-Herfkens in 1893 toestemming voor de aanleg van een 900 mm smalspoor voor de aanvoer van potaarde. Andere fabrieken, kleigroeves en voor enkele jaren zelfs een bruinkoolgroeve (de NV Leemhorst) volgden. Tot aan de jaren zestig werd zo een groot gedeelte van het buitengebied van Tegelen doorkruist door kleitramspoortjes en waren de op gezette tijden voorbij rammelende tremkes een vertrouwd gezicht voor de Tegelenaren. Deze spoorlijntjes zijn nu allang verdwenen (vrachtwagens namen het kleitransport geleidelijk over) maar enkele smalspoorviaducten en tunnels in het buurtschap Egypte bestaan nog en zijn nu rijksmonumenten.
Sla na een tijdje rechtsaf een smal onverhard bospad in. Volg dit bospad dat om een aan de linkerkant dieper in het bos liggende onderwater gelopen groeve loopt. Het pad buigt naar links. Als u op een driesprong arriveert, neem dat het meest rechtse bospad. Neem daarna het eerste bospad recht en volg dit naar links afbuigende pad totdat u op een T-splitsing komt. Sla hier rechtsaf. Dit is de Voerdijk. Volg de Voerdijk totdat u op een kruispunt arriveert en sla hier linksaf. Dit is de Molenweg. Blijf de Molenweg volgen en negeer twee wegen naar rechts (de tweede weg is de Jammerdaalseweg).
Ga na een slagboom rechtdoor. Wanneer u een splitsing van de weg bereikt, kies dan de linkerweg. Dit is de Onderste Molenweg en deze loopt omlaag. Sla na het oversteken van een klein stroompje linksaf tussen wat huizen door (Ganzenstraat). Steek de spoorwegovergang en de drukke weg over en volg een voet en fietspad rechtdoor naar het vervolg van de Ganzenstraat. Blijf de Ganzenstraat volgen totdat u aan de rand van het Beatrixpark een fietspad bereikt. Ga rechtdoor het park in. Sla aan het eind van het fietspad en tevens het eind van het Beatrixpark onmiddellijk rechtsaf. U bent nu in de Broekestraat.
Volg deze weg en negeer alle zijwegen totdat u weer bij de dubbele spoorwegovergang komt die u al eerder heeft gezien. Steek de spoorwegovergang over en sla linksaf. Dit zijn weer de Vierpaardjes. Blijf deze volgen tot aan een rotonde en sla daar linksaf. Dit is de Kaldenkerkerweg (K).
Vervolg van de route op wandelkaart 2:
Volg de Kaldenkerkerweg tot aan de volgende rotonde (met een grote fontein in het midden. Links van u bevindt zich nu het Stationsplein en Station Venlo (O) waar deze wandeling eindigt.