Wandeling 2a. (17-08-2013) Hilvarenbeek –> Esbeek –> Lage Mierde –> Kuilenrode –> Hooge Mierde –> Belgische grens (35km (incl. 2b))
De volgende ochtend stond ik al om 7.00u op om vroeg te kunnen douchen en ontbijten. De gastheer en gastvrouw waren beiden aanwezig en we praatten wat over de aanstaande wandeling (beiden waren ook wandelclub lid) en over de bezoekers van de B&B die af en toe wandelaars trekt maar toch vooral fietsers. Het ontbijt was uitgebreid met wat verse broodjes sinaasappelsap en thee achter de kiezen kon ik om 8.30 op pad.
Ik liep eerst terug naar de mooie Vrijthof van Hilvarenbeek om wat mooie foto’s te maken van dit prachtige plein dat eigenlijk uit een groot, groen door hoge bomen omzoomd grasveld bestaat. Daarna liep ik via de Koestraat richting de rand van Hilvarenbeek.
Hilvarenbeek houdt heel plotseling op en je staat onmiddellijk op het platteland waar weer veel hop werd verbouwd net als in deze hele streek overigens.
Mijn plan was om via Esbeek naar Lage Mierde te wandelen en wel door het grote, bos- en heiderijke natuurgebied De Utrecht.
Na de Koestraat liep ik via de Veldhoven en de Spaaneindsestraat naar het gehuchtje Esbeek.
Esbeek
Esbeek is een dorp in de Nederlandse provincie Noord-Brabant en behoort tot de gemeente Hilvarenbeek. Het dorp heeft ongeveer 1.200 inwoners.
Het dorp is ontstaan uit een kransakkerdorp, waarvan ook tegenwoordig de structuur nog goed te herkennen is. Naast Esbeek omvat het de buurtschappen Groenstraat en Hoogeind. De akker is gelegen op de westelijke oever van het Spruitenstroompje, een beek die vijf kilometer ten noorden van Diessen in de Reusel uitmondt.
Pas in 1889 werd Esbeek een eigen parochie en ontstond er rondom de in 1890 ingewijde kerk een kleine dorpskern. Ook kwam er omstreeks deze tijd een stoomtram die van Tilburg naar Poppel reed. De Oude Trambaan, een brede dreef die de bossen van de Rovertsche Heide en Landgoed de Utrecht scheidt, getuigt hier nog van. Voorts kwam er bedrijvigheid in de vorm van een steenfabriek. De plaatselijke baksteenindustrie werd omstreeks 1900 begonnen door de familie Zeebregts, een geslacht van metselaars en aannemers. Vanaf 1923 kwam er een steenfabriek die op grotere schaal werkte. Deze werd de grootste werkgever van Esbeek. In 1994 werd er nog in geïnvesteerd, maar in 2008 kwam het bericht dat de fabriek, die inmiddels tot het Wienerbergerconcern behoorde, ging sluiten, omdat het concern haar productie op een kleiner aantal locaties ging concentreren. De zestien werknemers werden ontslagen of moesten verhuizen.
Anno 2013 is een van de grootste uit Esbeek afkomstige bedrijven: het familiebedrijf Geert-Jan de Kok BV. In 1932 richtte Gerrit de Kok een kleine smederij op, midden in het dorp aan de Oude Trambaan. In 1965 nam diens zoon Wim en later in 1988 kleinzoon Geert-Jan het bedrijf over. Anno 2013 is dit bedrijf dat is gestart als een lokale smid om de boeren te helpen en later te voorzien van traktoren en machines uitgegroeid tot een internationaal opererend mechanisatiebedrijf met drie vestigingen in Brabant. Een van die drie vestigingen is de hoofdvestiging in Esbeek waar meer dan 20 mensen werken. In totaal heeft het bedrijf anno 2013 meer dan 50 medewerkers in dienst, en is het leverancier van diverse bekende grondverzet en landbouwmachinemerken voor de provincie tot de hele Benelux toe.
Ondertussen kreeg Esbeek vanaf 1980 een eerste nieuwbouwwijk, en een bedrijventerrein, “De Mierbeek” geheten.
Ik liep verder over de Oude Trambaan (waar ik een paar beelden van op het land werkende vrouwen in een akker zag staan) en daarna via de Pastoor Jurgensstraat de Tuldense Dijk op. Via het Muggestraatje en de Hoogeindstraat kwam ik op de Torenlaan en door bij een splitsing in de weg rechts aan te houden en daarna de Prins Hendriklaan te kruisen liep ik verder, nu over de Duivelrijtsebaan, door de bossen en over de heides van De Utrecht.
Landgoed De Utrecht
Ten zuiden van het dorpje Esbeek ligt Landgoed De Utrecht. Het prachtige 2700 hectare grote landgoed is ideaal voor fietsers en wandelaars.
Levensverzekeringsmaatschappij ‘De Utrecht’, nu ‘ASR’, geeft dit landgoed een historisch tintje. Zij gaf haar naam aan het landgoed en begon op grote schaal met het ontginnen van de uitgestrekte heidevelden. Een monumentale brandtoren met houtvesterswoning is een herinnering aan deze werkzaamheden.
Later is door deze levensverzekeringsmaatschappij een golfbaan aangelegd, waar tot op heden nog veel gebruik van wordt gemaakt.
Diep verscholen in de bossen van De Utrecht bevindt zich een klein cafeetje, de Bockenreyder genaamd. Na een tocht door de bossen is dit een ideale plek om ver weg van de bewoonde wereld eens lekker tot rust te komen.
Ideaal dus om via dit prachtige en vooral rustige landgoed verder zuidwaarts te wandelen richting Lage Mierde.
Ik volgde vervolgens een route langs de rand van Lage Mierde om daarna zuidoostwaarts richting Hooge Mierde te kunnen doorwandelen.
Via de Scheidijk en daarna een bospad naar rechts liep ik de Slingerdijk op waarna weer een naamloos bospad rechts volgde. Dit pad volgde ik tot aan een verharde weg die ik naar rechts op liep om vervolgens linksaf de Beenakkersweg op te gaan. Daarna kwanm ik op de Koestraat en liep door het gehucht Kuilenrode.
Kuilenrode
Kuilenrode is een buurtschap die zich bevindt halverwege de dorpen Hooge Mierde en Lage Mierde in de Nederlandse provincie Noord-Brabant.
De buurtschap is al oud, en reeds in 1212 wordt de hofstede Culitrode vermeld, als zijnde het domein waaruit uiteindelijk beide nabijgelegen dorpen zijn ontstaan. Nog in de 19e eeuw sprak men wel van Kuldenroden of Kelderrode.
Ook de pastoor van de tot 1520 verenigde parochie waarvan zowel Hooge als Lage Mierde deel uitmaakten, woonde in Kuilenrode.
Via een gelijknamige straat kwam ik na enkele kilometers in Hooge Mierde. Ik wandelde door Hooge Mierde heen via de Kerkstraat en de Hoogstraat tot ik een zeer lange weg/zandweg bereikte: De Luther.
Hooge Mierde
Hooge Mierde is een dorp dat sinds de gemeentelijke herindeling van 1997 deel uitmaakt van de gemeente Reusel-De Mierden.
Tot deze herindeling vormde Hooge Mierde, samen met Lage Mierde en Hulsel, de gemeente Hooge en Lage Mierde.
In 2009 woonden er in het dorp ongeveer 1600 mensen.
Toponymie
De oudste spelling van Mierde is Mirta of Myrta, waarvan de betekenis onduidelijk is. Later kwam ook Mier en Meijerdt voor, alsmede Mierde Superior (Hooge Mierde) en Mierde Inferior (Lage Mierde).
Geschiedenis
Hooge Mierde vormde aanvankelijk één parochie met Lage Mierde. Reeds vóór 1201 bezat de Abdij van Floreffe daarvan het patronaatsrecht. In 1212 verwierf de Abdij van Averbode het tiendrecht van Mierde uit de handen van Dirk II van Altena (1182-1242). Ook de onontgonnen gebieden tussen de Reusel en het hof Culitrode (tegenwoordig de buurtschap Kuilenrode, tussen Hooge en Lage Mierde in gelegen), kwamen aan de Abdij. Als tegenprestatie moest een jaarlijks bedrag aan de Sint-Odradakerk te Alem worden betaald.
Nu ontstond er een conflict tussen Floreffe en Averbode omtrent het patronaatsrecht. Uiteindelijk werd geregeld dat pastoorsbenoemingen om en om plaatsvonden, maar opnieuw kwam er tweespalt. In 1473 kwam het tot arbitrage en besloten werd om de parochie te splitsen, nadat de dienstdoende pastoor, Henricus van Eijck, zou zijn overleden, hetgeen in 1520 geschiedde. Sindsdien kwam het patronaatsrecht van Lage Mierde aan Floreffe, en dat van Hooge Mierde aan Averbode. Op 5 mei 1682 werd het patronaatsrecht van Floreffe op de Abdij van Postel overgedragen en dit bleef zo tot 1835. Het patronaatsrecht van Averbode over Hooge Mierde bleef in stand tot 1820.
De Mierdse katholieken moesten vanaf 1648 hun toevlucht nemen tot een grenskerk, die zich bevond nabij Grenspaal 204, bij het Paalven op het grondgebied van Arendonk. Op 20 februari 1673 werd een schuurkerk opgericht, die in 1758 werd vernieuwd.
De Heilige Odrada werd overigens in Hooge Mierde vereerd. Bisschop Nicolaas Zoesius schonk de parochiekerk op 9 augustus 1617 een aanzienlijke relikwie van deze heilige. Na 1648 werd de relikwie bedreigd geacht, en daarom werd zij op 27 september 1654 plechtig naar Balen gebracht.
In 1298 kwamen de landerijen van de Abdij van Floreffe onder bescherming van Hertog Jan II van Brabant. Diens opvolger, Jan III van Brabant, verkocht op 19 september 1331 zijn bezittingen aan de inwoners van Mierde.
Tot het einde van de 18e eeuw behoorde Hooge Mierde tot het Kwartier van Oisterwijk en het vormde daarin, samen met Lage Mierde en Hulsel, een vrijheid waarvan het domein in Hooge Mierde (Kuilenrode) lag, terwijl het bestuurlijk centrum in Lage Mierde was te vinden.
In 1840 had het dorp 121 inwoners.
Omstreeks 29 september 1944 werden te Hooge Mierde meer dan 300 evacué’s uit Reusel opgevangen, terwijl in oktober een aantal bewoners weer naar Lage Mierde moest uitwijken, aangezien Hilvarenbeek beschoten werd. Later weer werd onderdak verleend aan vluchtelingen uit de omgeving van Boxmeer en Groesbeek, terwijl in mei en juni 1945 nog een aantal uit Duitsland gerepatrieerden in Hooge Mierde terechtkwam, alvorens ze naar Holland konden reizen.
Natuur en landschap
Hooge Mierde ligt westelijk van de Reusel en is omringd door landbouwgebied en enkele kleine perceeltjes naaldbos. Ten westen van Hooge Mierde ligt de Turnhoutse Heide, waarvan het natuurgebied Zwartven( waarin de Fritsmeer gelegen is) deel uitmaakt. Noordelijk van Hooge Mierde bevindt zich de Wellenseindse Heide.
Ik volgde De Luther vele kilometers tot aan de Belgische grens.