1. Napels (Napoli)
Napels (Italiaans: Napoli; Napolitaans: Napule) is een havenstad, de derde stad van Italië, en de grootste van de Mezzogiorno (Zuid-Italië). Napels is tevens hoofdstad van de regio Campanië (Campania) en van de provincie Napels. De Napolitaanse agglomeratie heeft circa 4,4 miljoen inwoners.
Napels heeft een rijke geschiedenis, kunst en cultuur, wereldberoemde gastronomie en een eigen dialect, het Napolitaans, dat zover afwijkt van het Italiaans dat men het met meer recht een taal zou kunnen noemen (vergelijkbaar met de positie van het Catalaans in Spanje).
Geschiedenis
De historische stad is gesticht door inwoners van de Griekse kolonie Cumae, rond de achtste eeuw voor Christus. Daarom werd de nieuwe stad Νέα Πόλις – Néa Pólis (nieuwe stad) genoemd. Neapolis werd een van de belangrijkste steden van Magna Graecia, het Griekstalige zuiden van Italië en daarmee een van de culturele vormers van het vroege Rome.
Napels werd in de 4e eeuw v.Chr. min of meer gedwongen een bondgenoot van het republikeinse Rome. Gedurende de periode van het Romeinse Rijk bleef Napels een belangrijke stad maar werd langzamerhand het Grieks verdrongen door het Latijn, mede door de vele Romeinse koloniën bewoond door veteranen die rond de stad gesticht werden. Door de uitbarsting van de Vesuvius in de 1ste eeuw die Pompeii verwoestte werd ook Napels flink beschadigd.
In Napels, in het Castel dell’Ovo, werd Romulus Augustulus, de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk, gevangen gehouden, nadat hij in 476 was afgezet. In de zesde eeuw werd Napels veroverd door het Oost-Romeinse Rijk in een poging van Justinianus om het Romeinse Rijk nieuw leven in te blazen. Napels werd een paar jaar later weer veroverd door de Longobarden. In de 8ste eeuw en 9de eeuw had de stad veel te lijden van islamitische piraten en belegeringen. De vikingen kwamen ook steeds vaker ‘op bezoek’. Omstreeks 1000 kregen de vikingen vaste voet aan de grond in zuid-Italië en breidden hun bezit vervolgens uit. In 1039 was Napels het laatste hertogdom dat in de handen van de Noormannen viel, bij hun oprichting van het Koninkrijk Sicilië. In 1224 stichtte keizer Frederik II er de universiteit, die sinds 1987 zijn naam draagt, de Universiteit van Napels Federico II.
In 1266 wees paus Clemens IV het koningschap over het koninkrijk Napels toe aan Karel van Anjou. Deze verplaatste de hoofdstad van Palermo naar Napels. In 1284 werd het Koninkrijk in twee delen opgesplitst, maar beide claimden de naam Koninkrijk Sicilië.
In de vroegmoderne tijd was Napels één van de grootste steden van Europa; al in de 16e eeuw kon de stad bogen op een inwonertal boven de 200.000, evenals Parijs en Constantinopel, en was het een voornaam financieel centrum. Nog in de 18e eeuw was Napels groter dan Rome, Madrid en Amsterdam.
In 1501 veroverden de Spanjaarden het koninkrijk Napels. In 1734 herkreeg het zijn onafhankelijkheid onder de verlichte vorst Karel, koning der beide Siciliën (‘Carolus Rex Utriusque Siciliarum’), die later als Karel III koning van Spanje werd.
In 1816, na de Napoleontische tijd, werd het Koninkrijk der Beide Siciliën gevormd. Onder de koningen van het huis Bourbon (Italiaans: Borbone) brak een bloeitijd van industrialisatie aan.
In 1860 is het voorgoed afgelopen met de Bourbons: de Garibaldijnen vallen het koninkrijk binnen en veroveren het. In oktober 1860 bevestigt een dubieuze volksraadpleging het einde van het koninkrijk. Napels is geen hoofdstad meer. Er ontstaat een grote kapitaalvlucht naar het noorden. Door deze verdwijning van kapitaal werd er niet meer geïnvesteerd in de Napolitaanse industrie. Deze verloor steeds meer terrein aan de opbloeiende industrie in Noord-Italië of verhuisde naar het noorden en een groot deel van de stad verarmde. Dit was overigens eveneens het geval in heel Zuid-Italië. Tot op de dag van vandaag is de driehoek Turijn – Genua – Milaan het economische zwaartepunt van Italië terwijl het zuiden van het land door de noordelingen als achterlijk gebied wordt beschouwd. Uit dezelfde tijd stamt de Napolitaanse maffia, de Camorra, die door de verpaupering van de bevolking de wind in de zeilen kreeg.
Op 7 april 1906 barstte de Vesuvius uit en richtte in Napels grote schade aan. Dit was de laatste grote uitbarsting van de vulkaan. Volgens sommige vulkanologen kan er ieder moment een nieuwe grote uitbarsting komen.
Na 1945, toen de repressieve fascisten, die de maffia flink beteugeld hadden, verdwenen waren, kon de Camorra zijn tentakels ook uitslaan naar de buitenwereld. De buurt Spaccanapoli in het centrum van Napels, genoemd naar een smalle straat die deze buurt in tweeën snijdt, ademt in die zin een heel bijzondere sfeer. Het leven wordt hier grotendeels bepaald door de onderlinge concurrentiestrijd van de verschillende maffia-clans betreffende de afpersings-‘industrie’ en drugshandel. Ondanks vele pogingen van de autoriteiten slagen deze er tot nu toe niet in om de Camorra ernstig te verzwakken. Deze maakt veelal gebruik van de corruptie die welig tiert in Napels om hun zaakjes te beschermen tegen overheidsbemoeienis.
Eind 2007 ontstaat er een grote vuilniscrisis in Napels. Maandenlang wordt het vuilnis niet opgehaald en blijft het in de straten liggen. Vuilnismannen kondigden aan dat ze het afval nergens meer kwijt konden. Het steeds terugkerende probleem wordt veroorzaakt door slecht bestuur, het verzet van omwonenden tegen het openen van nieuwe stortplaatsen en afvalverwerkingsinstallaties en de infiltratie door de maffia van de ophaaldiensten. Het kabinet-Berlusconi IV heeft het oplossen van deze crisis tot een van zijn prioriteiten bestempeld.
Geografie
Napels ligt aan zee, aan de Golf van Napels. Vanaf de stad ziet men over het water de vulkaan Vesuvius, waar aan de voet de ruïnes van Pompeii en Herculaneum liggen. De stad is voor onze begrippen zeer heuvelachtig te noemen.
Cultuur
Napels herbergt het theater San Carlo, het oudste nog steeds actieve operatheater van Europa, dat zijn hoogtijdagen beleefde voor 1861, de val van de Bourbons. Het theatergebouw heeft 2.900 plaatsen.
In de Via San Pietro a Majella 35, vlak bij de Chiesa San Pietro a Majella gelegen, is het Conservatorio di San Pietro a Majella di Napoli.
De opening van de kabelspoorweg op de helling van de Vesuvius was de inspiratie voor het schrijven van het beroemde lied Funiculì Funiculà. Dit lied zou het begin worden van een traditie van vele beroemde Napolitaanse liederen, waaronder O Sole Mio, Santa Lucia en Torna a Surriento.
Qua cultuur heeft Napels nog steeds nauwe banden met Sicilië, en in het bijzonder Palermo.
Bezienswaardigheden
Hoogtepunten zijn het uitzicht vanaf de berg Capodi, het Palazzo Reale uit de 17e eeuw en rechts daarvan het Castel Nuovo met de enorme ronde torens (13e eeuw) en het oude stadsdeel Santa Lucia.
De Kathedraal van Napels is gewijd aan San Gennaro (Sint Januari) en gebouwd op resten van eerdere kerken en heeft een kapel in barokstijl, waar de stadpatroon San Gennaro is begraven, na te zijn gemarteld bij Pozzuoli in 305 n. Chr.
Musea
Belangrijkste musea:
- Museo Archeologico Nazionale
- Museo di Capodimonte
- Certosa e Museo di San Martino
Overige musea:
- Museo di Villa Pignatelli
- Museo Civico Filangieri
- Museo Nazionale della Ceramica Duca di Martina
- Museo Civico (in het Castello Nuovo)
- Museo di Etnopreistoria
- Museo Artistico Industriale
- Quadreria dei Girolamini
- Musei di Antropologia, Mineralogia e Zoologia dell’Università Federico II
- Museo di Paleontologia dell’Università Federico II
- Museo Anatomico
Gastronomie
Op het gebied van eten en drinken neemt Napels een vooraanstaande positie in. Veel typisch Italiaanse gerechten zijn uit deze stad afkomstig, of zijn via Napels bekend geworden, zoals pizza, Italiaans ijs, espresso en spaghetti.
Onderwijs
Napels beschikt over de Universiteit van Napels Federico II, de universiteit van Napels.
Sport
In Napels is er een voetbalclub spelend in de Serie A. SSC Napoli. Jaarlijks vindt de Marathon van Napels plaats.