Korte wandeltochten op Midden en Noord Bali
Vandaag een tocht gemaakt door Midden en Noord Bali. Eerst vertrokken we naar de spectaculaire sawah rijstterrassen rondom Pupuan. Daar hebben we een wandeling gemaakt over smalle paadjes langs de berghellingen met na iedere bocht weer een nieuw spectaculair uitzicht. Bij kleine bergstroompjes deden Balinese vrouwen de was. In een klein dorpje was net een huwelijksceremonie begonnen en weer wat verderop hingen vleerhonden aan een tak. Erg mooie wandeling. Daarna vertrokken we naar de noordkust van Bali nabij Lovina. In tegenstelling tot de zuidkust bij Kuta, met z’n mooie witte tropische zandstranden, vind je hier zwarte zandstranden die een vulkanische oorsprong hebben. In een restaurantje aan zo’n strand lunchten we om daarna weer het binnenland in te trekken naar de waterval van Gitgit. Dit is de hoogste waterval van Bali en we maakten een mooie wandeling naar die waterval toe via een dicht begroeid bos.
Daarna reden we verder naar het hoogste deel van het (net als Java) vulkanische eiland Bali. Daar bezochten we de krater van de Gunung Bratan en deze is gevuld met een kratermeer (het Bratanmeer) waar aan de rand een prachtige typisch Balinese (en dus hindoeistische) tempel ligt, de Pura Ulun Bratan tempel.
Tot slot reden we weer naar Kuta.
Pupuan
Rondom het kleine plaatsje Pupuan, hoog in het Balinese hoogland heb je prachtige uitzichten op de mooiste valleien waar sawahs tegen de berghellingen opklimmen. Heel erg de moeite waard om hier te gaan kijken en wandelen!
Lovina Strand
Pantai Lovina (ook wel bekend als Lovina of Lovina Beach) is een plaats in het noorden van Bali in het district Buleleng in Indonesië. Het ligt ongeveer 8 kilometer ten westen van de districtshoofdstad Singaraja. Het woord Pantai betekent hier overigens strand.
De plaats ontleent haar naam aan een huis dat bewoond werd door Panji Tisna, de regent van Buleleng en laatste koning (radja) van Noord-Bali, die tevens een bekend schrijver en een pionier in het toerisme naar Bali in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw was. De door hem gekozen naam Lovina is een samentrekking van de woorden Love Indonesia. Zijn villa in het dorp Kalibukbuk is inmiddels niet meer aanwezig, maar een hoog bijgebouw alsmede een hoge tuinmuur in Balinese stijl staan er nog in goede staat.
Het bestaat oorspronkelijk uit een rij vissersdorpen langs de noordelijke weg op Bali, die onder invloed van het toerisme aan elkaar zijn gegroeid. Het zijn de volgende dorpen (van oost naar west) Pemaron, Tukad Mungga, Anturan, Banyualit, Kalibukbuk, Kaliasem en Temukus.
De overheid heeft een trottoir aan weerszijden van de weg in roze stenen aangelegd om aan te geven waar Lovina begint en eindigt. Het is een rustige badplaats met een mooi strand en een duikgebied. Er zijn restaurants, cafés, winkels, duikscholen en hotels. Het toeristisch centrum ligt in het dorp Kalibubuk, waar ook een strandboulevard is. Aan de boulevard staat een monument bekroond door een dolfijn. Lovina staat bekend om haar strand van zwart lavazand, en om haar dolfijnen. Deze kun je ‘s morgens vroeg in groepen aantreffen bij het nabijgelegen rif. In tegenstelling tot de witte zuidelijke stranden op Bali kan hier overal gezwommen worden, doordat de stroming rustig is.
Gitgit Waterval
Vanuit Gitgit is het nog ruim anderhalve kilometer lopen naar de waterval zelf. Hier loop je gedeeltelijk over trappen, maar ook over smalle paadjes naar beneden. Je loopt langs kleine stukjes rijstvelden en vanilleplantages. Verder staat het hele pad volgebouwd met kraampjes waar toeristenspullen worden verkocht. Vooral de sarongs en het houtsnijwerk, wat over het hele eiland te vinden is, is hier te vinden. Langs de hele route staat iedere paar meter wel een offer. Vooral bloemen worden veel geofferd, maar ook andere dingen zijn in de offers te vinden. Het meest opvallende zijn misschien wel de flesjes cola.
Lang voordat de waterval zichtbaar is, is deze al hoorbaar. Op een gegeven moment loopt de weg in een bocht. Na deze bocht is eindelijk de waterval te zien.
De gitgit waterval is een grote toeristische attractie op Bali. Het water stort zich over meer dan 40 meter recht omlaag. Rondom de gitgit waterval zijn vele toeristische winkeltjes. De toeristische sector wil duidelijk meeprofiteren van de waterval. Andere watervallen in de omgeving zijn minder hoog, maar in veel gevallen wel stukken rustiger. Daarbij zijn ze voor geliefden ook veiliger, volgens bijgeloof zal een stel dat in het water van de gitgit waterval baadt snel uit elkaar gaan.
De waterval
Over een hoogte van meer dan 40 meter valt het water recht omlaag. Onder de waterval is een mist te zien van waterdeeltjes die uiteen zijn geslagen op het wateroppervlak. Direct onder de waterval is een klein, diep ‘meertje’. Hieruit stroomt het water snel weg tussen en over de rotsen. Op een kleine afstand van de waterval bevindt zich een brug over de rivier. Dit is een erg mooi punt om naar de waterval te kijken en foto’s te maken. Na de lange wandeling is dicht bij de waterval gaan staan een goede manier om af te koelen, de fijne nevel die eraf komt maakt je nat met het ijskoude water. In het water is ook goed te zwemmen, omdat het snel stroomt. Dit in tegenstelling tot de meeste zoetwaterpartijen in de tropen, waar vele parasieten in kunnen leven.
Bratan
Bratan (Indonesisch: Genung Bratan) is een vulkaan bestaande uit drie Caldera meren op het Indonesische eiland Bali in de provincie Bali.
De drie kratermeren van Bratan
Dit is een kaart van het gebied rond Begudul op Bali met de Bratan caldera duidelijk zichtbaar. De drie kratermeren – Tamblingan, Buyan en Bratan – liggen allen op de rand van de caldera van de Bratan vulkaan.
Bratanmeer en Pura Ulun Bratan
De Ulun Danu Bratan is een Balinesische Pura, een hindoeïstische tempel op Bali. De Pura Ulun Danu Bratan ligt in het noordwesten van het eiland bij het Bratan-meer.
De tempel is gewijd aan de godin Dewi Danu, de godin van het water, meren en rivieren. Dit meer speelt een belangrijke rol in de irrigatie van de omgeving.
Het complex werd in 1633 gebouwd. Het is verdeeld over verschillende eilandjes. De Meru, met elf daken is gewijd aan Shiva en zijn gemalin Parvati. Ook Boeddha (als reïncarnatie van Vishnoe) heeft een plaats in de hindoeïstische godentempel.
Het Bratan-meer staat bekend als het “heilige bergmeer”, de omgeving is zeer vruchtbaar. Het ligt op 1200 meter hoogte en het klimaat is daardoor koel.