3. Bandung
Bandung (oude spelling: Bandoeng) is de hoofdstad van de provincie West-Java op het Indonesische eiland Java. Haar bijnaam is de bloemenstad (Kota Kembang). Bandung is de informele hoofdstad van de Soendanezen, die in West-Java de dominante bevolkingsgroep vormen. In de stad wordt naast het Indonesisch ook Soendanees gesproken.
In Bandung bezocht De Wandelgek een schooltje waar de leerlingen les kregen in het bespelen van Anklung instrumenten (die ook gebruikt worden bij Gamelan muziek) en vormen van traditionele dans. De betaalde voorstellingen bekostigen het onderwijs en levensonderhoud.
Overzicht
De stad is gelegen op een hoogland, op circa 750 meter boven zeeniveau en heeft daardoor een aangenaam koel klimaat. Er wonen ongeveer 2,8 miljoen mensen. Ten tijde van Nederlands-Indië waren er plannen om het tot hoofdstad van deze kolonie te maken, maar door de Tweede Wereldoorlog en daaropvolgende Indonesische onafhankelijkheid is het hier nooit van gekomen.
Geschiedenis
Algemeen
In 1894 werd de spoorlijn uit Batavia via Buitenzorg doorgetrokken naar Bandung en begon de groei van het toenmalige dorp, waar toen nog slechts enkele grotere huizen stonden (huis van de resident aan de alun alun, van de Nederlandse assistent-resident, enkele huizen aan de Grote Postweg en de moskee).
In de jaren tussen 1920 en 1940 is de stad als tuinstad (veel groene lanen en parken) aangelegd. Aangezien hier een relatief groot aandeel Nederlanders woonden met een goed inkomen, zijn er veel vrijstaande gebouwen neergezet in de voor die tijd moderne stijl van Frank Lloyd Wright. Voor de oorlog stond de stad bekend als het “Parijs van Java” vanwege de stedenbouwkundige schoonheid en de bekende winkelstraat, de Bragaweg met de modernste modewinkels. De stad is nog steeds bekend om de redelijk goed onderhouden art deco-bebouwing en lanen. Bekende gebouwen, ontworpen door Nederlands-Indische architecten als Henri Maclaine Pont, Albert Aalbers en Charles P. Wolff Schoemaker zijn het Gedung Sate (voormalige Departement van Verkeer en Waterstaat), Hotel Savoy Homann, Grand Hotel Preanger, het Postkantoor aan de voormalige Grote Postweg, het Jaarbeursgebouw, Villa Isola en het ITB (vroeger de Technische Hogeschool Bandoeng). Vanuit de gemeente wordt een actief beleid gevoerd om de stad voor sloop te behoeden en de erfenis te restaureren. Op het centrale plein (de alun alun) kon echter politiek gezien in 2004, niet voorkomen worden dat daar de moskee enorm werd uitgebreid met onder andere twee hoge minaretten.
Door de spectaculair toegenomen verkeersdrukte en bevolkingsgroei sinds 1950, komt het tuinstadkarakter niet meer tot zijn recht. In de huidige stad wordt dit gedeeltelijk opgelost door buiten de oude wijken grote winkelcentra aan te leggen en zo de verkeersdruk te spreiden. Daarnaast is de stad sinds medio 1960 omringd door grote nieuwkomers- of sloppenwijken.
Een van de dingen waardoor Bandung bekendheid heeft gekregen, is de Bandungconferentie die in 1955 in deze stad plaatsvond (in de voormalige Sociëteit Concordia aan de Grote Postweg, die vanwege deze conferentie nu Jalan Asia-Afrika heet). In 2005 vond deze conferentie weer hier plaats.
Tweede Wereldoorlog
Nabij en in Bandung bevonden zich tijdens de Tweede Wereldoorlog twee grote Japanse interneringskampen. Tjimahi was een mannenkamp, gelegen aan de westkant van Bandung. Het fungeerde zowel als burger- als krijgsgevangenkamp. Het was oorspronkelijk een KNIL-legerkazerne en is tegenwoordig nog steeds een kazerne van het Indonesische leger. Het tweede kamp Tjihapit lag in het noordoosten van de stad. In de wijk Tjihapit werden vanaf november 1942 Europese vrouwen en kinderen geïnterneerd. Zij werden ondergebracht in woonhuizen met bijgebouwen, die omheind waren met bamboe omheiningen of prikkeldraad. In augustus 1943 moesten de geïnterneerden ten westen van de Riouwstraat naar het wijkdeel ten oosten van de Riouwstraat verhuizen. Het westelijk wijkdeel werd ingericht als nieuw kamp. Dit kamp werd het Bloemenkamp genoemd, naar de straten met bloemennamen.
Straatnamen
Nadat de officiële onafhankelijkheid van Indonesië in december 1949 was afgeroepen, heeft de nieuwe republiek getracht de sporen van de koloniale periode uit te wissen. Dat hield onder meer in dat typische Nederlandse straatnamen, zoals die in Bandung (voorheen Bandoeng), zijn omgedoopt in Indonesische namen.
Opleiding
Bandung is de vestigingsplaats van het Institut Teknologi Bandung (ITB), in 1920 opgericht als Technische Hogeschool Bandoeng (THS), de oudste (1920) en meest gewaardeerde technische universiteit van Indonesië. Daarnaast is Bandung een echte universiteitsstad geworden met maar liefst 26 universiteiten of instituten.
Transport
Bandung had al vroeg (1925) een militair vliegveld aan de westzijde van de stad, dat als hoofdbasis fungeerde en waarbij in 1928 een stationsgebouw met hangars voor de burgerluchtvaart (KNILM) werd gebouwd. Naar de hier gelegen kampong werd het ‘Andir’ genoemd; enkele jaren geleden is de naam gewijzigd in Husein Sastranegara International Airport.
Economie
De stad kent veel textielindustrie (o.a. spijkerbroeken), lederwarenindustrie, maar er zijn ook in de wijde omgeving plantages (thee en koffie). De Chinese wijk is gelegen rond de ABC-straat (Jalan ABC) in de wijk Pasar Baru (= Nieuwmarkt) waar van alles te koop is; in de Jalan Cihampalas (bijgenaamd Jeans Street) zijn bijvoorbeeld spijkerbroeken en T-shirts in versierde winkels te koop. De Bragaweg (Jalan Braga) is de best bewaarde winkelstraat in art-decostijl ter wereld. Sinds begin 2000 zijn er grote outlet-centers (bekende merken van een jaar eerder voor weinig geld) verschenen. Door de grote variatie aan moderne producten, etenswaren, studenten, mooie gebouwen en dergelijke wordt Bandung door de Indonesiërs als de hipste stad van Indonesië gezien.
De stad kent inmiddels meer dan 250 hotels (totaal ruim 10.000 bedden) en in het weekend zitten ze vaak vol doordat veel mensen uit Jakarta hier gaan recreëren in een frissere/koelere omgeving.